37
INSTRUCTIES VOOR INSTALLATEUR
De gasingang-aansluiting van het toestel is
van schroefdraad voorzien: gas cilindervorming
mannelijk (figuur 7).
De aansluiting mag de gasinlaatbuis niet belasten.
Eens de installatie voltooid, controleer de
dichtheid van de verbindingen met een
zeepoplosing.
Elektrische aansluiting
De aansluiting op het elektrische net moet
uitgevoerd worden door geschoold personeel
overeenkomstig de geldende normen.
De spanning van de elektrische installatie moet
overeenstemmen met die vermeld op het etiket dat
zich onderaan op het toestel bevindt. Controleren
of de installatie uitgerust is met een doeltreffende
massa-aansluiting (“terre”) overeenkomstig de
normen en wettelijke bepalingen.
De massaaansluiting is verplicht.
Als het toestel geen stekker heeft, op de
voedingskabel een genormaliseerde stekker
aanbrengen.
Voor de elektrische aansluiting (in het geval
van overbelasting van cat.
III
) moet conform de
installatienormen gebruik worden gemaakt van een
schakelaar dat de aansluiting met het elektrische
net onderbreekt. Hierbij moet de afstand tussen
de contacten groot genoeg zijn om de totale
onderbreking met het net te garanderen.
GASTRANSFORMATIES EN INSTELLINGEN
Vervanging van de buisjes
Indien het toestel voorzien is voor een gastype dat
verschilt van het beschikbare, moet men de buisjes
van de branders vervangen.
De keuze van de te vervangen buisjes moet
gebeuren volgens de tabel met technische
kenmerken.
Daarna te werk gaan op de volgende manier:
-de roosters en de branders verwijderen;
-met een rechtse sleutel (L), het buisje (U) (figuur
8) losschroeven en vervangen door het gepaste
buisje;
-het buisje krachtig blokkeren.
Dubbele kroonbrander: (afb. 8/A)
- Draai de schroeven (V) los en verwijder de kap
(C);
- Schroef de injector los met een Engelse sleutel
(L)
- Monteer de bijbehorende gasinjectoren (U) in
overeenstemming met de markering van de
injectoren en de tabel met gaskarakteristieken.
- Blokkeer de verstuivers krachtig.
- Monteer het deksel (C) en draai de schroeven
(V) vast.
Instelling van de branders
De instelling van het minimum moet altijd juist zijn
en de vlam moet altijd aan blijven, zelfs in geval
van een snelle overgang van de maximumpositie
naar de minimumpositie.
Als dat niet het geval is, moet men het minimum op
de volgende manier regelen:
-de brander aansteken;
-de kraan draaien tot in de minimumpositie (kleine
vlam);
-de knop van de stang van de kraan verwijderen;
-een schroevendraaier met platte punt in gat (F)
van de kraan (figuur 9) steken en de bypass
schroef draaien tot de correcte instelling van het
minimum.
Voor de branders die werken met gas G30, moet
de bypass schroef volledig vastgeschroefd
worden.
ONDERHOUD
Vervanging voedingskabel
In geval van vervanging van de voedingskabel,
moet men een kabel gebruik conform de normen
van het type H05V2V2-F of H05RR-F met een
doorsnede 3 x 0,75 mm
2
.
De aansluiting op de klem moet gebeuren zoals
aangeduid op afbeelding 10.
Kabel L bruin
(fase)
Kabel N blauw
(neutraal)
Kabel
groen-geel
(massa)
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele onduidelijkheden in deze handleiding als gevolg van
drukfouten of administratieve fouten. De fabrikant behoudt zich het recht voor om wijzigingen die noodzakelijk
worden geacht aan te brengen in de eigen producten, zonder de essentiële eigenschappen op het gebied van
functionaliteit en veiligheid aan te tasten.
Summary of Contents for 7038632
Page 2: ...2...
Page 48: ...48 3 RU...
Page 50: ...50 1 10 2 1 1000 10 14 cm 1750 16 18 cm 3000 20 22 cm 4000 20 22 cm 1 1 2 2 11...
Page 52: ...52 200 2 7 L U 8 8 A V C L U C V F 9 G30 H05V2V2 F H05RR F 3 0 75 2 10 L N...
Page 53: ...53 2 3 4 6 7 1 int ext ext U C V L 8 8 A 5...
Page 61: ...61...
Page 62: ......
Page 63: ......