35
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER
Alle handelingen in verband met de installatie, de instelling en de aanpassing aan
het beschikbare gastype moeten uitgevoerd worden door geschoold personeel,
overeenstemmend de van kracht zijnde normen.
De specifieke instructies bevinden zich in het deel van de handleiding dat voor de
installateur voorbehouden is.
GEBRUIK VAN DE BRANDERS
Het seriegrafisch aangebrachte symbool naast de
knop geeft aan bij welke brander de knop hoort.
Automatische ontsteking met veiligheidsventiel
De overeenstemmende knop in tegenwijzerszin
draaien tot de maximale positie (grote vlam, figuur
1) en de knop indrukken.
Eens de ontsteking verkregen, de knop ongeveer
10 seconden ingedrukt houden.
Gebruik van de branders
Om een optimaal rendement zonder verspilling van
gas te verkrijgen, is het belangrijk dat de diameter
van de kookpot aangepast is aan het potentieel
van de brander (zie tabel hierna), om te vermijden
dat de vlam breder wordt dan de onderkant van de
kookpot (figuur 2).
Het maximale vermogen gebruiken om vloeistoffen
snel te laten koken en een verminderd vermogen
om voedsel op te warmen of op kookpunt te
houden. Alle werkingsposities moeten gekozen
worden tussen het maximum en het minimum
en nooit tussen de maximumpositie en het
sluitingspunt.
Om de gastoevoer te onderbreken, de knop in
wijzerszin draaien tot aan de sluitingspositie.
In geval van afwezigheid van elektrische energie is
het mogelijk de branders aan te steken met lucifers
door de knop te plaatsen op het ontstekingspunt
(grote vlam, figuur 1).
BRANDERS
VERMOGEN
(W)
DIAMETER
KOOKPOT
Hulp
1000
10 - 14 cm
Half-snel
1750
16 - 18 cm
Snel
3000
20 - 22 cm
Dubbele kroon
4000
20 - 22 cm
Waarschuwingen
-Altijd controleren of de knoppen in de positie
“gesloten” (zie afbeelding 1) staan wanneer het
toestel niet werkt.
-Voor de kookvlakken uitgerust met een
thermokoppel (veiligheidsventiel), als de
vlam per ongeluk uitgaat, onderbreekt het
veiligheidsventiel, na enkele seconden,
automatisch de gastoevoer van gas. Om de
werking te herstellen, de knop terugbrengen naar
het ontstekingspunt (grote vlam, afbeelding 1) en
indrukken.
-Tijdens het koken met vetten en oliën, moet
men bijzonder aandachtig zijn want, indien zij
oververhit worden, kunnen zij in brand schieten.
-Geen verstuivers gebruiken in de buurt van het
toestel in werking.
-Op de branders mag men geen onstabiele of
vervormde braadpannen zetten om ongelukken
wegens omstoten of overlopen te vermijden.
-Ervoor zorgen dat de handvatten van de
braadpannen juist geplaatst zijn.
-Wanneer men de brander aansteekt, controleren
of de vlam regelmatig is; vooraleer kookpotten
te verwijderen, de vlam altijd verminderen of
uitdoen.
REINIGING
Vóór elke schoonmaakbeurt, de verbinding
van het toestel met het elektriciteitsnet
uitschakelen.
Maak het product nooit schoon met
reinigingmethodieken door middel van stoom.
Het is aangeraden te reinigen als het toestel koud
is.
Glazen kookplaat en Geëmailleerde delen
Het glazen platform en alle geëmailleerde delen
moeten worden gewassen met een spons en
zeepwater of met een licht reinigingsmiddel.
Gebruik geen schuur of bijtende middelen.
Voorkom dat stoffen zoals citroensap, tomaat,
zoutwater, azijn, koffie en melk lang in aanraking
komen met de geëmailleerde oppervlakken.
Branders, Deksels en Roosters
Deze delen mogen verwijderd worden om de
reiniging te vergemakkelijken.
De branders moeten schoongemaakt worden
met een spons, water en zeep of met een lichte
detergent, daarna goed afgedroogd worden en
terug op de juiste plaats gezet worden.
Controleer na het reinigen van de brander of
het deksel in de behuizing is geplaatst, ook de
branderdop moet gelijkmatig en stabiel worden
geplaatst. De 2 referentieverminderingen
moeten worden ingevoerd op de 2 referenties
op de vlamvertrager (zie de pijlen in de brander
en het deksel figuur.11). Controleren of de
verspreidingskanalen voor de vlammen niet
verstopt zitten.
Controleren of de sonde van het veiligheidsventiel
en de ontstekingselektrode goed proper zijn om
een optimale werking te garanderen.
Gaskranen
Het eventuele smeren van de kranen moet
uitsluitend uitgevoerd worden door gespecialiseerd
personeel.
Als de gaskranen moeilijk beginnen te draaien
of een abnormale werking vertonen, contact
opnemen met de dienst na verkoop.
Summary of Contents for 7038632
Page 2: ...2...
Page 48: ...48 3 RU...
Page 50: ...50 1 10 2 1 1000 10 14 cm 1750 16 18 cm 3000 20 22 cm 4000 20 22 cm 1 1 2 2 11...
Page 52: ...52 200 2 7 L U 8 8 A V C L U C V F 9 G30 H05V2V2 F H05RR F 3 0 75 2 10 L N...
Page 53: ...53 2 3 4 6 7 1 int ext ext U C V L 8 8 A 5...
Page 61: ...61...
Page 62: ......
Page 63: ......