50
NL BE
• Indien er zich personen in het water
bevinden, mag het apparaat niet be-
diend worden. Er bestaat gevaar door
een elektrische schok.
• Tijdens de werking van het apparaat
moet na de installatie de netstekker vrij
toegankelijk zijn.
• Voordat u uw nieuwe pomp in gebruik
neemt, laat u door een vakman nakijken:
- Aardaansluiting, nulstelling, lek-
stroombeschermingsschakeling moe-
ten aan de veiligheidsvoorschriften
van de energiebedrijven voldoen en
foutloos functioneren
- Bescherming van de elektrische ge-
leiderbruggen tegen natheid.
• Bij overstromingsgevaar de geleider-
bruggen in de tegen een overstroming
beveiligde zone aanbrengen.
• Let erop dat de netspanning met de ge-
gevens van het typeaanduidingplaatje
overeenstemt.
• Sluit het apparaat aan op een stop-
contact met een aardlekschakelaar
(FI-schakelaar) met een gemeten
lekstroom van niet meer dan 30 mA;
zekering minstens 6 ampère.
• Controleer telkens vóór gebruik appa-
raat, snoer en stekker op beschadigin-
gen. Defecte snoeren mogen niet ge-
repareerd worden, maar moeten door
een nieuws snoer vervangen worden.
Laat schade aan uw apparaat door
een geautoriseerde vakman verhelpen.
• Gebruik het snoer niet om de stekker
uit de contactdoos te trekken. Be-
scherm het snoer tegen hitte, olie en
scherpe randen.
• Als het netsnoer van dit apparaat
beschadigd wordt, moet het door de
fabrikant of door zijn klantenservice-
afdeling of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen
worden om gevaren te vermijden. De
leidinglengte moet minstens 10 m be-
dragen.
• Draag of bevestig het apparaat niet
aan het snoer.
• Gebruik uitsluitend verlengsnoeren,
die tegen spatwater beschermd zijn en
voor het gebruik in de open lucht be-
stemd zijn. Rol een snoertrommel vóór
gebruik altijd helemaal af. Controleer
het snoer op beschadigingen.
• Trek vóór alle werkzaamheden aan het
apparaat, bij lekkages in het water-
systeem, tijdens werkonderbrekingen
en bij niet-gebruik de netstekker uit de
contactdoos.
• Netaansluitleidingen mogen geen
geringere dwarsdoorsnede dan rubbe-
ren slangleidingen met de benaming
H07RN-F hebben. De dwarsdoorsnede
van het verlengsnoer moet minstens
2,5 mm² bedragen.
Ingebruikname
Installeren/ophangen
• Het pompkanaal dient minstens de
afmetingen van 40 x 40 x 50 cm te
hebben, opdat de drijfschakelaar (
7) vrij kan bewegen.
• Het apparaat kan aan de ronde hand-
greep (
1) opgehangen worden of
op de schachtbodem gezet worden.
Om de pomp op te hangen en/of uit
te trekken, kunt u de tot de omvang
van de levering behorende nylon trek-
kabel (
11) gebruiken.
Voor een veilige ophanging slaat u de
nylon trekkabel rond de beide naar be-
neden wijzende snoerhouders en leidt
u de kabel door de ronde handgreep
naar boven.
Hang het apparaat nooit aan de slang
op.