Fiamo ECO 30, User Manual

Page: 39 / 74

3–NL
Volgorde van uitvoeringen
Elke berekening wordt in deze volgorde uitgevoerd:
1. Berekening tussen haakjes.
2. Functies die het invoeren van waarden voor het indrukken van een toets voor
bijbehorende functie vereisen, bv. sin, cos, tan, sin
–1
, cos
–1
,tan
–1
, log, ln, x
2
, √, p ,
3
√, x!, %, ENG, omgekeerde waarde en het omrekenen van hoeken.
3. Combinatie en permutatie.
4. Machtsverheffen en worteltrekken.
5. Vermenigvuldigen en delen.
6. Optellen en aftrekken.
Rekenkundige bewerkingen en berekeningen met haakjes
Om een negatieve waarde in te voeren, schrijft u de waarde en drukt u op [+/–] . Bij
gemengde elementaire rekenkundige bewerkingen heeft het vermenigvuldigen en
delen voorrang op het optellen en aftrekken.
Voorbeeld Bewerking Display
23 + 4.5 – 53 = –25.5 23 [+] 4.5 [–] 53 [=] –25.5
56 × (–12) ÷ (–2.5) = 268.8 56 [×] 12 [+/–] [÷] 2.5
[+/–] [=] 268.8
12369 × 7532 × 74103 =
6.9036806 × 10
12
12369 [×] 7532 [×]
74103 [=] 6.903680613
12
(1 × 10
5
) ÷ 7 = 14285.71429 5 [2nd] [10
x
] [÷] 7 [=] 14285.71429
1 + 2 – 3 × 4 ÷ 5 + 6 = 6.6 1 [+] 2 [–] 3 [×] 4 [÷] 5
[+] 6 [=] 6.6
2 + 3 × ( 4 + 5 ) = 29 2 [+] 3 [×] [(] 4 [+] 5 [=]
Rechtse haakjes
kunnen onmiddelijk
voor het drukken van
toets [=] weggelaten
worden. 29.
Procentuele berekeningen
Voorbeeld Bewerking Display
Procent
26% van $15.00 15 [×] 26 [2nd] [%] [=] 3.9
Toeslag
15% verhoging bij $36.20 36.2 [+] 15 [2nd] [%] [=] 41.63
Korting
4% vermindering van $47.50 47.5 [–] 4 [2nd] [%] [=] 45.6
Aandeel
75 is hoeveel % van 250? 75 [÷] 250 [2nd] [%] [=] 30.
Geheugen
De rekenmachine heeft drie onafhankelijke geheugens die door toetsen
[STO] [RCL]
bediend worden. Om een nummer weergegeven op het display in het geheugen op
te slaan, drukt u de toets [STO] en het geheugennummer (1~3), afhankelijk in welk
geheugen u het desbetreffende nummer wilt opslaan. Als een aantal verschillend van
nul in een van de geheugens wordt opgeslaan, wordt een symbool M1, M2 of M3
weergegeven. Als u afzonderlijke geheugens wilt wissen, drukt u geleidelijk
[0] [STO]
[1] , [0] [STO] [2] , [0] [STO] [3] .
Weergaveformaat
Om het aantal decimalen te bepalen, drukt u op [2nd] [FIX] en voer dan het
gewenste aantal van decimale plaatsen (0~9) in.
Om het weergaveformaat naar een exponentiëel formaat te veranderen, drukt u op
[2nd] [SCI] .
Voorbeeld Bewerking Display
Instellen op 3 decimalen [2nd] [FIX] [3] 0.000
Het resetten van het aantal
van decimale plaatsen
[2nd] [FIX] [•]
0.
2 ÷ 3 = 0.666666666 2 [÷] 3 [=]
[2nd] [SCI]
0.666666666
6.6666666
–01
Correctie van onjuiste invoer
Een verkeerd ingevoerd nummer wordt verwijderd door de toets
[←]
, het cijfer van
rechts af, totdat het nummer dat u wilt vervangen gewist is.
Overschrijding / foutmelding
Als een van bovengenoemde situaties voorkomt, wordt een “Error“ melding op het
display weergegeven en het uitvoeren van andere berekeningen is niet meer moge-
lijk. Om deze foutlezing en zijn indicator te verwijderen, druk u op de toets [CE/C] of
op [ON/AC] en pas dan kunt u met berekingen doorgaan.
• Als de berekening van een functie wordt uitgevoerd door een aantal getallen dat een
capaciteit van mogelijke invoer overschrijdt.
• Als een getal door 0 wordt gedeeld.
• Als de toets [ ( ] meer dan 15 keer in een expressie wordt gebruikt.
• Als het resultaat (zowel in het midden als aan het eind) of het cumulatieve resultaat
hoger is dan de geheugenlimiet (± 9.999999999 × 10
99
).
• Als er meer dan vier (of twee in “STAT“ mode) onvoltooide berekeningen zijn.
• Als de berekening van een factorieel x het bereik 0~69 overschrijdt.
• Als bij berekening van de vierkantswortel x < 0 is.
• Als bij berekening van y
x
je x a y = 0 of y < 0 en x geen geheel getal is.
• Als bij berekening van
x
√y je x = 0 of y < 0 en x geen geheel oneven getal is.
• Als bij berekening van LOG of LN x ≤ 0 is.
• Als bij berekening van TAN x = 90°, –90°, 270°, –270°, 450° enz. is.
• Als bij berekening van SIN
–1
, COS
–1
of TAN
–1
|x| > 1 is.
• Als bij berekening van R ►P x of y met exponent > 63 is.
• Als bij berekening van nCr en nPr n of r gehele getallen ≥ 0 zijn.
• Als meer dan 9.999 statistische waarden ingevoerd wordt.
• Als een statistische waarde x, waar |x| ≥ 1E64, ingevoerd wordt.
• Als [2nd] [∑–] voor verwijdering van één gegeven wordt gebruikt.
• Als berekening van , σxn, σxn of σxn
–1
zonder ingevoerde data of σxn
–1
slechts
met één gegeven wordt ingevoerd.
• Als [2nd] [CSR] zonder data wordt ingevoerd.