11
Schuiftafel
ST
De schuiftafel bestaat uit een geleiderail (4.2),
die aan de linkerkant van de CS 50 EB/ CMS
GE/ MFT/3-VL wordt gemonteerd, en een
schuifslede (4.1), die op de geleiderail loopt.
Voor het transport kan de schuifslede met de
draaiknop (3a.5) op de geleiderail worden vast-
geklemd.
De aanslag WRA 500 kan, analoog aan de CS
50 EB/CMS GE, in de omlopende groef van de
schuifslede worden bevestigd.
Montage CS 50/ CMS-GE
– Plaats in de beide buitenste uitsparingen (1.1)
van het basisframe een houder met pennen
(1.2).
Let op
: de pijlen (1.3) op de houders moeten naar
buiten wijzen.
– Schuif aan de houders in de groef (1.6) totdat de
buitenste randen (met de pijlen) overeenstem-
men met de voegen (1.4) van het basisframe
en de klikverbindingen op de randen in de voeg
klikken.
– Plaats de geleiderail schuin van boven met de
beide kunststofhouders (2.1) in de groef (2.2)
van de zaagtafel.
– Draai de geleiderail naar onderen, zodat de pen-
nen (1.5) van de houders in de boringen (2.3) van
de geleiderail grijpen.
Opmerking
: de geleiderail beschikt over drie
boorgaten en kan daarom in twee standen
(rand naar achteren of naar voren) bevestigd
worden.
– Schroef de geleiderail vast met de beide draai-
knoppen (3a.3).
– Schuif de geleideslede volgens afb. 3a met de
vier rollen (3a.4) vanaf de zijkant op de geleide-
rail.
– Schroef de eindaanslagen (3a.1) vast aan de
beide uiteinden van de groef (3a.2).
Montage MFT/3-VL
– Breng de geleiderail schuin van bovenaf met de
beide kunststof houders (2.1) in de groef (3b.1)
van de verlenging in.
– Draai de geleiderail naar beneden, zodat de
draaiknoppen van de geleiderail (3b.3) in de
boorgaten (3b.2) van de verlenging grijpen.
Opmerking
: de geleiderail beschikt over drie
boorgaten en kan daarom in twee standen
(rand naar achteren of naar voren) bevestigd
worden.
– Schroef de geleiderail vast met de beide draai-
knoppen (3b.3).
– Schuif de geleideslede volgens afb. 3a met de
vier rollen (3a.4) vanaf de zijkant op de geleide-
rail.
– Schroef de eindaanslagen (3a.1) vast aan de
beide uiteinden van de groef (3a.2).
Hoogteverstelling
– Open de beide draaiknoppen (3a.3).
– Draai aan de beide inbusschroeven (4.3) tot de
aanslaglineaal ca. 1 mm boven de zaagtafel
uitsteekt.
– Sluit de draaiknoppen (3a.3).
Hoekverstelling
– Draai de beide schroeven (5.1) los.
– Verdraai de schroef (5.2), tot het steunvlak van
de schuifslede parallel met het tafelvlak van de
tafelcirkelzaag is. Controleer de parallelliteit
door een rechte liniaal over de schuifslede en
de tafel van de tafelcirkelzaag te leggen.
– Draai de beide schroeven (5.1) aan.