Felco 802 G-HP, User Manual

Page: 36 / 96

36
4. Om uw snoeischaar 12 uit te schakelen, sluit u het mes 14
met de trekker 13, houdt u deze gesloten en zet u de
schakelaar 05 in de stopstand. Het is ook mogelijk om de
snoeischaar tijdelijk te stoppen met de optie 'Holstermodus'
(zie de FELCO 882-NP gebruikershandleiding).
OPMERKINGEN
•
Voor een energiebesparend gebruik van de accu 06a of
06b en ook een optimaal gebruik van de snoeischaar 12
te garanderen, kunt u de optie 'halfopen modus'
overwegen die via de FELCO-toepassing op 50%, 60% of
70% kan worden ingesteld (om te downloaden uit de App
store of Google play). (Zie de FELCO 882-NP
gebruikershandleiding). Deze optie garandeert
aanzienlijke tijdwinst bij het snijden van kleine diameters.
•
Als het hout te dik is, stopt de snoeischaar 12 bij het
sluiten. Alleen openen is dan nog mogelijk. FELCO
adviseert het gebruik van een platform voor het snoeien
op hoogte of ons verlengingsassortiment 880/100-100 en
880/100-150 als accessoire waarmee u de snoeischaar
tot 1 m en 1,5 m kunt verlengen.
DE EERSTE KEER SLIJPEN EN AFSTELLEN VAN HET MES
DIENT NA HET EERSTE HALF UUR VAN GEBRUIK WORDEN
UITGEVOERD
ADVIES VOOR GEBRUIK
•
Het heeft geen zin de trekker 13 te forceren, dit kan alleen
maar leiden tot verdraaiing of breken van de trekker en/of
het blokkeren van de snoeischaar 12.
•
Verplaats de snoeischaar 12 niet zijwaarts tijdens het
snijden van een tak. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot
schade aan de snijkop.
• U moet alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen om te
voorkomen dat het netsnoer 02 van de snoeischaar in de
takken terecht komt. Draag het snoer 02 over de schouder
en niet rond de taille. Als u het snoer echter toch rond de
taille wilt dragen, bevestig dan het snoer 02 aan de arm
met een armband (ref. 800/301, verkrijgbaar als optie bij
uw geautoriseerde distributeur) of steek het door uw
mouw.
• De autonomie en levensduur van de snoeischaar 12 is
vooral afhankelijk van het correct slijpen en een goede
afstelling van mes 14 en tegenmes 15. U moet deze
laatste punten steeds in het achterhoofd houden (zie de
hoofdstukken SLIJPEN, MES EN TEGENMES
AANPASSEN en DIVERSE
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN).
•
De rugzak in koude of natte omstandigheden beschermen
door deze onder uw jas te dragen.
• Om onnodige trillingen van het gereedschap te
voorkomen, is het raadzaam om aandacht te besteden
aan het onderhoud en regelmatig de messen te slijpen.
LET OP
Bij zware werkzaamheden of zware snijbelastingen kan het lichaam
van de snoeischaar 12 heet worden. Om elk risico van
beschadiging van het apparaat te voorkomen, moet u de snelheid
of de intensiteit van het snoeien verminderen. Bij problemen als
gevolg van te hoge temperaturen vermindert de
besturingselektronica het vermogen van de snoeischaar (zie
gebruikershandleiding FELCO 882-NP, hoofdstuk 'ALARMEN
TIJDENS WERKING').
OPMERKINGEN
• Als het knippen niet langer net is en niet meer moeiteloos
verloopt, betekent dit dat de snoeischaar meer energie
verbruikt dan nodig is. Controleer de scherpte van het
mes 14 en de algemene staat van de snoeischaar 12. Als
het probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw
distributeur.
BESCHRIJVING VAN DE SNIJKOP
Zie de afbeelding op pagina 3.
14 Mes
15 Tegenmes
16 Borgring
17 Drijfstangas
18 Smeerbout
19 Getande moer
20 Sectorschroef
21 Getande sector
22 Schroef voor tegenmes
SLIJPEN
Deze bewerking is essentieel omdat het de snoeikwaliteit en de
levensduur van mes 14, de mechanische onderdelen en de
autonomie van de accu 06a of 06b bepaalt. De frequentie van het
slijpen is afhankelijk van het te snoeien hout (hardheid en diameter),
het snoeiritme en het slijpinstrument (FELCO 903 aanbevolen).
Daarom is het noodzakelijk om in de eerste dagen van gebruik
regelmatig de toestand van de mesrand 14 te controleren om deze
op het juiste moment te slijpen (een controle om het uur geeft u snel
een idee van deze frequentie). Bij intensief snoeien wordt dagelijks
slijpen aangeraden gedurende het hele snoeiseizoen.
LET OP
U moet de eerste keer slijpen binnen het eerste half uur. Om deze
handeling uit te voeren, raadpleegt u procedure B op pagina 4 van
deze gebruikershandleiding. In dit geval moet de afstand tussen
mes 14 en tegenmes 15 worden gecontroleerd en indien nodig
worden aangepast volgens de onderstaande instructies 'MES EN
TEGENMES AANPASSEN'.
MES EN TEGENMES AANPASSEN
Met het oog op een scherpe en zuivere knip, dient u regelmatig de
speling tussen het mes 14 en het tegenmes 15 aan te passen, zie
afbeelding C op pagina's 4 van deze gebruikershandleiding.
AFSTELLEN VAN MES EN TEGENMES
Als het mes 14 regelmatig wordt geslepen, kan het nodig zijn het
mes af te stellen.
Om dit te doen, haalt u gewoon 2 keer snel de trekker 13 over en
houdt u deze volledig ingedrukt. U hoort een reeks van 3 pieptonen.
U telt 4 pieptonen. Aan het einde van de 4e zal het mes 14 in
stappen vooruit bewegen (drie regelstanden). Als de kruising
tussen mes en tegenmes goed is (het mes 14 moet duidelijk het
tegenmes 15 overlappen), laat u de trekker 13 los, het gereedschap
onthoudt vervolgens de positie van de kruising. Doe dit alleen als
het mes 14 het tegenmes 15 niet meer voldoende kruist.
MES VERVANGEN
Wanneer het mes 14 niet langer over de hele lengte van het
tegenmes 15 passeert, is het aanbevolen dat u mes 14 vervangt.
Volg hiervoor de instructies in stap D op pagina 5 van deze
gebruikershandleiding.
Tijdens deze bewerking dient u de slijtage van de bout 18 te
controleren en, indien nodig, te vervangen.
36