53
2.1 Voorzorgsmaatregelen
Voorkom een mogelijke elektrische schok, persoonlijk letsel of
beschadiging van de meter, neem het volgende in acht:
1. Controleer de meetkabels op beschadigingen van de isolatie of
van de draden, voordat u ze gebruikt.
2. Controleer dat de meter goed werkt, test eerst een spanning
die bekend is. Werkt het apparaat niet goed, laat het dan
nazien voordat u het gebruikt.
3. Overschrijd nooit de limietwaarden van de beveiliging die voor
elk van de meetbereiken in de specificaties worden vermeld.
4. Zorg ervoor dat u de juiste ingangsaansluitingen en de juiste
functie gebruikt.
5. Plaats de meter niet in een omgeving met stof, explosieve gas
of explosieve dampen.
6. Houd uw vingers altijd achter de sondebarrières.
7. Sluit eerst de gemeenschappelijke meetkabel aan en
vervolgens de meetkabel waar spanning op staat. Ga bij het
loskoppelen in omgekeerde volgorde te werk.
8. Schakel het instrument uit en ontlaad de condensatoren en
meet vervolgens pas weerstand, diodes of continuïteit.
9. Wanneer u de richtlijnen voor de veiligheid niet volgt, kan dat
tot gevolg hebben dat de ingebouwde beveiliging van de meter
niet goed werkt.
10. Voorkombeschadiging en onjuiste uit lezingen, controleer eerst
of er wisselstroomspanning aanwezig is voordat u metingen
van de gelijkstroom uitvoert.
11. Gebruik de meter niet terwijl de batterijkap niet goed op z’n
plaats zit.
12. Verschijnt het symbool «
», vervang dan de batterijen zodat
onjuiste uit lezingen worden voorkomen
13. Koppel altijd de meetkabels los van alle circuits waar spanning
op staat, voordat u de behuizing opent.
14. Gebruik alleen de meetsnoeren die bij de multimeter geleverd
zijn of vervang ze door identieke kabels met dezelfde
kenmerken.
15. Neem de meetkabels los van een circuit, voordat u een andere
functie inschakelt.
16. De normale werking van dit product kan worden verstoord door
sterke elektromagnetische velden. Als dit gebeurd kunt u
NU-712B_0618 7 langues.indd 53
22/06/2018 11:51:00