Power Jumpstarter PJ125 127
NL
elektrische apparaten komt, neemt het risico op
een elektrische schok toe.
•
Zorg ervoor dat alle stekkers en stroomkabels
vochtvrij zijn. Sluit het apparaat nooit met natte
handen aan op het lichtnet.
•
Sluit 230V-apparatuur alleen via de goedge-
keurde stekkers aan.
•
Vermijd kortsluiting en overbrugging van de in-
en uitgangen van de spanningsomvormer door
vreemde voorwerpen. Gebruik alleen geaarde
stekkers of kabelstekkers om apparaten op
de uitgangen van het apparaat aan te sluiten.
Zelfs als de ingebouwde zekering is geactiveerd,
blijven enkele delen van het apparaat onder
spanning.
•
Probeer niet om het apparaat uit elkaar te
halen of te repareren. Laat een defect apparaat
onmiddellijk repareren of vervangen door een
gespecialiseerd bedrijf.
•
Dek het apparaat niet af omdat het dan door
sterke opwarming beschadigd kan worden.
•
Stop onmiddellijk met het gebruik van het ap-
paraat als u rook of een ongebruikelijke geur
waarneemt.
•
De aangesloten klemmen mogen onderling geen
contact maken.
•
De contacten van de op de pluspool van de accu
aangebrachte kabel mogen niet in aanraking
komen met elektrisch geleidende onderdelen
van het voertuig.
•
Tussen de voertuigen mag geen carrosserie-
contact zijn of worden gemaakt.
Le
t
s
elgevaar!
•
Het product niet veranderen of manipuleren,
anders is er een verhoogde kans op letsel.
•
De hogedrukslang wordt tijdens het gebruik
heet. Laat hem daarom afkoelen voordat u hem
aanraakt en weer oprolt.
•
Gebruik de compressor niet langer dan 6 minu-
ten. Laat hem daarna ca. 10 minuten afkoelen.
Anders kan dit leiden tot oververhitting en
permanente schade.
•
Let ook op de gebruiksaanwijzingen van de
aangesloten apparaten.
Speciale aanwijzingen
•
Pomp voorwerpen niet op boven de bedoelde of
aangegeven druk. Het object kan exploderen.
•
Pomp nooit grote voorwerpen zoals vrachtwa-
genbanden, tractorbanden, luchtbedden of rub-
berboten op. Dit overschrijdt het pompvermogen
en daarmee de levensduur van de compressor.
•
Plaats het apparaat altijd op een veilige, goed
geventileerde plek.
•
Een bevroren accu voor het starten ontdooien.
•
Zorg ervoor dat de boordspanning overeenkomt
met de op het apparaat aangegeven ingangs-
spanning (15V DC) om brandgevaar en schade
aan het apparaat te vermijden.
•
De cilinderinhoud van de voertuigen moet bin-
nen de toegestane grenzen van de starthulpka-
bels liggen.
•
De ontladen accu moet op het boordnet zijn
aangesloten.
•
Gebruik alleen de door de fabrikant aanbevolen
opladers. Het gebruik van andere opladers kan
tot brandgevaar leiden.
•
Stel het apparaat niet bloot aan directe zon-
nestraling.
•
Accu‘s kunnen barsten of exploderen als ze in
het vuur worden gegooid of aan extreme hitte
worden blootgesteld. Stel het apparaat niet
bloot aan extreme hitte.
Gevaar voor chemi
s
che b
r
and-
wonden!
•
Risico op oogletsel. Draag een veiligheidsbril en
niet over de accu heen buigen. Het elektrolyt van
de ontladen startaccu is ook bij lage temperatu-
ren vloeibaar.
Gevaar voor elek
t
ri
s
che
s
chokken!
Bij het niet in acht nemen van alle volgende
instructies bestaat gevaar voor een elektrische
schok, brand, zware verwondingen en materiële
schade.
•
Gebruik de stroomkabel nooit om het apparaat
te verplaatsen (optillen of trekken).
•
Trek de stroomkabel alleen aan de stekker uit
het stopcontact. De stroomkabel kan bescha-
digd raken.
•
Gebruik geen beschadigd apparaat. Beschadi-
gingen van de kabel of het apparaat verhogen
het risico op een elektrische schok.
•
Leg de kabel zodanig neer dat niemand erover
kan struikelen en de kabel kan beschadigen.
•
Reparaties moeten door een erkende elektricien
worden uitgevoerd.
•
Zorg ervoor dat het apparaat zich altijd op een
veilige plek bevindt. Stel het apparaat niet bloot
aan regen of natte omstandigheden. Zorg ervoor
dat er geen water of andere vloeistoffen op
worden gemorst of gedruppeld. Als er water in