
62
NL
FR
EN
WATERAFVOERWIJZE
Wanneer het toestel te veel condenswater bevat, stopt het toestel met werken en verschijnt
(wat betekent RESERVOIR
VOL zoals hieronder vermeld in ZELFDIAGNOSE). Dit geeft aan dat het condenswater volgens de volgende procedures moet
worden afgevoerd:
Handmatige afvoer (Fig. 14)
Het water moet worden afgevoerd in erg vochtige zones.
1. Trek de stekker van het toestel uit het stopcontact.
2. Plaats een geschikte bak onder de aftapdop. (Fig. 14)
3. Neem de aftapdop weg.
4. Het water moet in een geschikte bak worden opgevangen (niet bijgeleverd).
5. Plaats wanneer het water is verwijder de dop terug stevig op zijn plaats.
6. Zet het toestel aan.
Afvoeruitgang
Aftapdop
Bak of goot (niet
bijgeleverd) om onder de
afvoeruitgang te plaatsen.
Fig.14
Permanente afvoer (Fig. 15)
Wanneer het toestel in de stand ontvochtiging wordt gebruikt, is permanente afvoer raadzaam.
1. Trek de stekker van het toestel uit het stopcontact.
2. Neem de aftapdop weg. Bij deze bewerking kan er water ontsnappen, voorzie dus een geschikte bak om het water in
eerste instantie op te vangen.
3. Sluit de afvoerleiding van 2m (18) aan. Zie figuur 15.
4. Het water kan via de leiding permanent worden afgevoerd in een waterafvoer of een bak.
5. Zet het toestel aan.
Aftapdop
Afvoerleiding
Afvoeruitgang
Fig. 15
Centrale afvoer
When unit running in Dry mode, you can choose the way below to drainage.
Wanneer de eenheid in de Droge modaliteit werkt, kan het water als volgt afgevoerd worden.
1. Koppel de eenheid los van de voedingsbron.
2. Verwijder
vangen.
3. Sluit
4. Het water kan continu afgevoerd worden via de slang in een vloerputje of in een emmer.
5. Zet de eenheid aan.
A
OPMERKING
Zorg dat de hoogte en de doorsnede van de afvoerleiding niet groter zijn dan de afvoeruitgang. Zo niet, kan het waterreservoir
niet correct worden geledigd. (Fig. 16 en Fig. 17).
TIPS VOOR CORRECT GEBRUIK
Volg om de beste resultaten te halen met uw toestel de volgende aanbevelingen:
• Sluit de deuren en vensters van het te koelen vertrek (Fig. 18). Bij semipermanente installatie van het toestel moet een deur
op een kier blijven staan (minstens 1 cm) om een correcte ventilatie te waarborgen.
• Bescherm het vertrek tegen rechtstreekse blootstelling aan zonlicht door de gordijnen en/of jaloezieën gedeeltelijk te
sluiten om de inspanning van het toestel te verminderen (Fig. 19).
• Plaats nooit voorwerpen op het toestel.
• Blokkeer nooit de lucht toevoer en uitlaat (Fig. 20). Laat de roosters vrij.
• Zorg dat er zich geen warmtebronnen in het vertrek bevinden.
• Gebruik het toestel nooit in heel vochtige ruimtes (washokken bijvoorbeeld).
• Gebruik het toestel nooit buiten.
• Zorg dat het toestel op een effen ondergrond wordt geplaatst. Blokkeer indien nodig de voorste wieltjes.
18
Sluit deuren
en vensters
Manual_Snowair7C-9C-9CP-12C-12CP_2021.indd 62
Manual_Snowair7C-9C-9CP-12C-12CP_2021.indd 62
25/01/21 11:33
25/01/21 11:33