35
Ledpositie wanneer de pomp in gestopt is.
LINE
RUN
FAULT
Toestand van de installatie
1
0
0
Normale werking.
De pomp wacht op debietvraag.
1
2
0
Niveau in reservoir te laag.
Wanneer het waterniveau zich herstelt zal de pomp
automatisch in bedrijf treden.
1
0
3
Storing droge werking.
De pomp stopt wegens watergebrek en de installatie poogt de
automatische resetcyclus uit te voeren (4).
1
0
1
Alarm droge werking.
De installatie is gestopt vanwege watergebrek en wacht op een
handmatige reset.
1
3
3
Alarm wegens te lage druk.
Wanneer de installatie watercirculatie detecteert en de de
druk valt onder de 0.3 bar stopt de pomp (mogelijke breuk in een leiding). Een handmatige
reset is noodzakelijk.
1
0
4
Alarm druktransducer.
Wanneer de communicatie zich herstelt, zal de installatie zich
automatisch opstarten.
1
2
2
Fout stroom. De pomp stopt wegens een overintensiteit en de installatie poogt de
automatische resetcyclus uit te voeren (4).
1
2
1
Fout stroom.
De installatie is gestopt vanwege overintensiteit en wacht op een
handmatige reset.
1
4
4
Fout wegens kortsluiting.
De pomp stopt wegens overbelasting en de installatie poogt de
automatische resetcyclus uit te voeren (4).
1
4
1
Alarm wegens kortsluiting.
De installatie is gestopt vanwege overbelasting en wacht op
een handmatige reset..
2
0
Fout spanning.
Wanneer de voedingsspanning zich herstelt zal de pomp automatisch in
bedrijf treden.
1
0
2
Intern alarm.
Storing in elektronische communicatie. Koppel de pomp los van het
elektrisch net en schakel deze terug in door simultaan te drukken op (+) en (-). Volgens het
type storing zal de pomp zich resetten of in de storingsmodus blijven.
Automatische reset
5.4.
Indien het elektronisch circuit een storing vaststelt, zal de pomp stoppen, en zullen de alarm- en runleds
inschakelen zoals is aangegeven in de tabel. Het circuit probeert vier maal opnieuw; indien door een tekort aan
water bij geen enkele poging de druk opnieuw wordt bereikt, blijft het circuit buiten bedrijf tot dit manueel opnieuw
wordt geactiveerd. Door simultaan op (+) en (-) te drukken zal het circuit resetten.
Terwijl de pomp gestopt is in de storingsmodus, wachtend op een nieuwe poging, knippert de alarmled, na 4 niet
pogingen zonder succes blijft de alarmled aan.
De volgende grafiek illustreert de tijdsintervallen tussen de verschillende pogingen, wanneer deze geen succes
hebben.
NIVEAUSENSOR
6.
Het is mogelijk een externe niveausensor aan te brengen voor aanzuiging. De sensor moet van het type met vlotter
zijn (In15). Verbindingsschema. Zie fig. 2.
Open nooit het deksel zonder de stroomtoevoer gedurende meer dan 5 minuten te hebben uitgeschakeld.
Gebruiksaanwijzing
On
Off
1 poging
2 poging
3 poging
4 poging
Summary of Contents for TECNOPLUS 25
Page 37: ...37 1 9 G H 3 I D 0 03 J E K F 2 3 35 C TECNOPLUS 25...
Page 38: ...38 4 4 1 4 2 7 2 2 30 4 3 Te on 5 4 4 3 I n 30 A IEC 60364 4 5 5 5 1 LINE RUN...
Page 42: ...42 A G B H C PP I D J E K F 7 123 86 FP...
Page 43: ...43 7HIORQ PP Q P 1 581 1 8 7 581...
Page 44: ...44 581 P P 1 2 2 21 1 581 8 7 T E C N O P L U S FAULT RUN LINE 581 1...
Page 45: ...45 1 581 8 7 50 581 8 7 8 7 50 50 Q...
Page 46: ...46 NOL RQ TECNOPLUS 25 1 1 3HUH 7XEHUW...
Page 47: ...47...
Page 48: ...48 T E C N O P L U S FAULT RUN LINE...
Page 49: ...49...
Page 50: ...50 On Off 1 2 3 4...
Page 51: ...51...
Page 55: ...A H max 333 min 111 Q max 333 min 111 E B F J C G K Fig 9 D H I 5...
Page 56: ...63 S C Mieres s n 17820 BANYOLES GIRONA SPAIN Cod 156500 09 2012 03...