71
71
4.3 Elektrische verbindingen
DE POMP IS IN DE FABRIEK VOORZIEN VAN DE STANDAARD
ELEKTRISCHE STEKKER VOOR EEN GEGEVEN VOLTAGE. DE
STEKKER DIENT UITSLUITEND DOOR EEN BEVOEGD
ELEKTROMONTEUR TE WORDEN VERVANGEN IN
OVEREENSTEMMING MET ALLE VAN TOEPASSING ZIJNDE
PLAATSELIJKE EN LANDELIJKE VOORSCHRIFTEN.
1.
Uitschakeling en circuitbeveiliging zijn de verantwoordelijkheid van
de klant. De circuitbeveiliging moet gelijk zijn aan 115% van de
vollaststroom van de motor onder maximale druk (zie figuur 1).
2.
Voor nadere informatie dient u het naamplaatje van de pomp te
raadplegen voor de nominale stroomwaarde.
4.4 Vloeistofpeil
Controleer voor het starten het oliepeil van de pomp. Verwijder,
indien nodig, de SAE 10 dop van de dekplaat om olie bij te vullen
(zie fig. 2). Het reservoir zit vol als het oliepeil de bovenkant van
het kijkglas heeft bereikt. (fig. 4).
Figuur 4
BELANGRIJK:
Bij het vullen met olie dienen alle
systeemonderdelen volledig ingetrokken te zijn, anders komt er
meer olie in het systeem te zitten dan het reservoir kan houden.
4.5 Sluit de hydraulische slangen aan
Sluit de slangen aan zoals in figuur 5 staat afgebeeld
1.
(-E) Pomptype voor Enerpac SQD- en HXD-torsiesleutels.
Zorg ervoor dat u slangen gebruikt die gemerkt zijn met
“ENERPAC THC-700-SERIE - 800 bar/11.600 psi max”. De
koppelingen op deze slangen zijn op de fabriek
“gepolariseerd” om te verzekeren dat met de juiste sleutels
wordt gewerkt.
A. Contrakoppelingen op de slangen en sleutels. Draai de
van schroefdraad voorziene borgring van de koppeling
met de hand vast; u hebt hiervoor geen gereedschappen
nodig.
B. De contrakoppelingen van de (-E)-pomp zijn zelfsluitend;
duw de bij elkaar passende koppelingen samen, totdat de
borgringen ervan naar voren klikken. Om te ontkoppelen
draait u de borgring van de koppeling naar rechts en duwt
u hem van de aansluiting weg.
2.
(-Q) Pomptype voor generische torsiesleutels. Gebruik
slangen met een werkdrukspecificatie van 700 bar/10.000
psi. Voor de juiste sleutelwerking moeten de koppelingen
gepolariseerd zijn; zie figuur 5. Zorg er vóór het gebruik ervan
voor dat de koppelingen volledig aangesloten en
vastgedraaid zijn. Gedeeltelijke vastkoppeling voorkomt de
juiste werking van de sleutels.
WAARSCHUWING:
Bij gebruik van (-Q)-pompen met
verdeelstukken met meerdere sleutels en voordat de
pomp wordt gestart, moet u ervoor zorgen dat de
beschermkappen volledig op de ongebruikte koppelingen zijn
aangebracht.
N.B.: Wanneer de sleutel de eerste keer op de pomp wordt
aangesloten zal er lucht in het hydraulische circuit opgesloten
zitten. Verwijder de lucht door de sleutel en rechtgetrokken
slangen onder de pomp te leggen, en de sleutel zonder lading te
laten werken totdat hij draait zonder hapering.
5.0 BEDIENING
1.
Controleer het oliepeil van de pomp, en voeg indien nodig
olie toe.
2.
Zorg ervoor dat de transportdop verwijderd en de
ontluchtingsdop geïnstalleerd is (zie sectie 4.1).
3.
Sluit het apparaat op de netspanning aan. Wacht totdat er
"OK" op de LCD wordt weergegeven, voordat er een knop
wordt ingedrukt op de behuizing of pendel. N.B.: Tijdens de
opstartsequentie identificeert de microprocessor elke
knopwerking als een mogelijk defect, en verhindert dat de
motor start. Opnieuw instellen door de stroom 10 seconden
lang uit te schakelen.
4.
Start de motor en trek de sleutel in door op de Aan-/Uit-knop
op de pendel te drukken. De LCD toont de druk in het
achteruitcircuit (B-poort-bypass): ongeveer 173-193 bar
(2500 - 2800 psi).
WAARSCHUWING:
Wanneer de motor start wordt de klep
automatisch verplaatst en de torsiesleutel ingetrokken.
Verifieer voordat de motor wordt gestart dat de torsiesleutel
zodanig geplaatst is, dat letsel of apparatuurschade wordt vermeden.
5.
Schakel de motor uit door de Aan-/Uit-knop in te drukken
(pendel of behuizing). Indien gedurende een opeenvolgende
periode van 20 seconden geen pendel- of
behuizingsknoppen worden ingedrukt, schakelt de
ingebouwde timer van de pomp de motor automatisch uit.
N.B.: Nadat de motor uitgeschakeld is en hij niet langer
draait, cycleren de kleppen automatisch om alle druk in zowel
de vooruit- als achteruitslangen te doen ontspannen.
Tank vol als
oliepeil hier staat.
Figuur 5
Achteruit
Vooruit
Achteruit
Vooruit
Pompklep
Torsiesleutel
(-E)-pompen
(-Q) -pompen