Page 71 de 181
8) Wijzig de motortoerentalinstellingen niet en laat de motor nooit met een te hoog
Wijzig de motortoerentalinstellingen niet en laat de motor nooit met een te hoog
Wijzig de motortoerentalinstellingen niet en laat de motor nooit met een te hoog
Wijzig de motortoerentalinstellingen niet en laat de motor nooit met een te hoog
toerental draaien
toerental draaien
toerental draaien
toerental draaien
.
Het laten draaien van de motor met een te hoog toerental kan het
risico van lichamelijk letsel verhogen.
9) Alvorens de bestuurdersstoel te verlaten:
--- ontkoppel de messen en laat de hulpstukken neer;
--- schakel in neutraal en zet de parkeerrem aan;
--- stop de motor en verwijder de contactsleutel (
bij modellen met elektrische starter
).
10)
Ontkoppel de messen, stop de motor en verwijder de contactsleutel (
bij
modellen met elektrische starter
):
--- alvorens blokkeringen te verwijderen of de uitlaatopening vrij te maken;
--- alvorens de machine te controleren of te reinigen of alvorens er aan te werken;
--- na een vreemd voorwerp te hebben geraakt. Controleer de machine op schade en
repareer eventuele schade alvorens de machine opnieuw te starten en te gebruiken;
--- wanneer de machine abnormaal begint te trillen (onmiddellijk controleren).
11) Ontkoppel het mes om de machine te transporteren of wanneer ze niet wordt
gebruikt.
12) Stop de motor en ontkoppel het mes:
--- alvorens te tanken;
--- alvorens de gasvanger te verwijderen.
13) Neem gas terug alvorens de motor te stoppen.
D) ONDERHOUD EN OPBERGING
1) Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven altijd stevig aangedraaid zijn zodat
de machine veilig is om te werken;
2) Plaats de machine nooit met benzine in de tank in een gebouw waar de dampen
kunnen worden ontstoken door een open vlam of een vonk.
3) Laat de motor afkoelen alvorens de machine op te bergen in een besloten ruimte.
4) Om het brandrisico te verkleinen dient u de motor, de geluiddemper, het
accucompartiment en de benzinetank vrij te houden van gras, bladeren of grote
hoeveelheden vet.
5) Controleer de grasvanger regelmatig op schade of slijtage.
6) Vervang versleten of beschadigde onderdelen om veiligheidsredenen
Vervang versleten of beschadigde onderdelen om veiligheidsredenen
Vervang versleten of beschadigde onderdelen om veiligheidsredenen
Vervang versleten of beschadigde onderdelen om veiligheidsredenen
.
7) Als de brandstoftank moet worden leeggelaten, dient dat buiten te gebeuren.
8) Wanneer de machine moet worden opgeborgen of onbewaakt worden achtergelaten,
moet het maaidek worden neergelaten.
Summary of Contents for 5411074169343
Page 115: ...Page 115 de 181 FUNDAMENTAL SAFETY PRECAUTIONS...
Page 116: ...Page 116 de 181...
Page 118: ...Page 118 de 181...
Page 162: ...Page 162 de 181...
Page 163: ...Page 163 de 181...
Page 164: ...Page 164 de 181...
Page 165: ...Page 165 de 181...
Page 166: ...Page 166 de 181...
Page 167: ...Page 167 de 181...
Page 170: ...Page 170 de 181...