16
NL
De nat-/droogslijper is een gecombineerd toestel
voor het grof en fijn slijpen van metalen, kunststoffen
en andere materialen mits gebruikmaking van de
gepaste slijpschijven.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is! Ondanks
een doelmatig gebruik kunnen bepaalde resterende
risicofactoren niet volledig uit de weg worden
geruimd. Ten gevolge van de constructie en opbouw
van de machine zouden zich de volgende punten
kunnen voordoen:
앬
Contact met de slijpschijf in de niet afgedekte
zone.
앬
Wegspringen van stukken van defecte
slijpschijven.
앬
Wegspringen van werkstukken en
werkstukdelen.
앬
Gehoorschade bij niet-gebruik van de nodige
gehoorbeschermer.
Bijzondere
veiligheidsvoorschriften
1.
Vóór inbedrijfstelling van de slijpmachine dienen
de slijplichamen aan een klankproef te worden
onderworpen (intacte slijplichamen hebben een
heldere klank als u er lichtjes met een
kunststofhamer tegen slaat. Dit is ook het geval
als nieuwe slijplichamen worden opgespannen
(transportschade).
De machine moet zeker minstens een vijftal
minuten onbelast proefdraaien. Daarbij dient u
uit de gevarenzone weg te gaan.
2.
Er mogen enkel slijplichamen worden gebruikt
waarop de fabrikant, de wijze van binding, de
afmetingen en het toelaatbare toerental staan
vermeld.
3.
Slijplichamen moeten op een droge plaats bij zo
constant mogelijke temperaturen worden
bewaard.
4.
Voor het opspannen van de slijplichamen mogen
enkel de bijgeleverde spanflenzen worden
gebruikt.
5.
Voor het opspannen van de slijplichamen mogen
enkel even grote en even gevormde spanflenzen
worden gebruikt. De tussenlagen tussen
spanflens en slijplichamen moeten van
elastische materialen zoals b.v. rubber, zacht
karton enz. zijn.
6.
Het bevestigingsboorgat van de slijplichamen
mag niet achteraf door boren worden vergroot.
7.
De werkstuk-oplegtafels en de bovenste
bijregelbare beschermende afdekkingen dienen
zo dicht mogelijk tegen het slijplichaam te
worden geplaatst (afstand maximaal 2 mm).
8.
Slijplichamen mogen niet zonder
bescherminrichting worden gebruikt. Daarbij
mogen de volgende afstanden niet worden
overschreden :
- Werkstuk-oplegtafel / slijpschijf : max. 2 mm
- beschermende afdekking / slijpschijf : max. 2 mm
9.
Voordat u de dubbele slijper gebruikt, dienen de
beschermende houder, de werkstuk-oplegtafel
en de blindering worden aangebracht.
10. Trek de netstekker uit het stopcontact alvorens
van slijpschijf te verwisselen.
11. De max. randsnelheid van de droge schijf
bedraagt : 21,98 m/s
berekening :
Randsnelheid m/s = d x 3,14 x n
60 x 1000
d = diameter van de slijpschijf in mm
n = motortoerental per minuut
voorbeeld :
m/s = 150 x 3,14 x 2800
60 x 1000
= 21,98 m/s
12. De maximale randsnelheid van de natte
slijpschijf bedraagt: 1,40 m/s
berekening :
Randsnelheid m/s = d x 3,14 x n
60 x 1000
d = diameter van de slijpschijf in mm
n = motortoerental per minuut
voorbeeld :
m/s = 150 x 3,14 x 134
60 x 1000
= 1,40 m/s
13. Max. toelaatbare motorhuistemperatuur : 80° C
14. Vul de zwarte waterbak van de fijnslijpschijf met
water tot aan de as.
15. Voor werkbegin dient de slijpmolen d.m.v. 4
bevestigingsgaten in de grondplaat goed op de
werkbank etc. te worden vastgeschroefd.
16. De bijregeling van het vonkenscherm dient
regelmatig te gebeuren teneinde de slijtage van
de schijf te compenseren. Daarbij dient de
afstand tussen het vonkenscherm en de schijf zo
klein mogelijk en in geen geval groter dan 2 mm
te worden gehouden.
17. Zodra het vonkenscherm (3) en de
werkstuksteun (7) niet meer dichter dan
maximaal 2 mm van de slijpschijf kan worden
afgesteld dient de slijpschijf ten laatste te worden
vervangen.
Anleitung NTS 2000 SPK 1 11.05.2005 12:45 Uhr Seite 16