2. Beschrijving van het toestel (fig. 1)
1 Afdekking van de verwarmingsribben
2 Greeptrog
3 Thermostaatregelaar
4 Verwarmingsstand-schakelaar
5 Waterbak
6 Opbergvak voor netkabel
7 Steunvoet
8 Loopwieltjes
3. Montage
Let op! Om beschadigingen te voorkomen het
verwarmingstoestel met de onderkant naar boven op
een zachte onderlaag (b.v. tapijt) plaatsen.
3.1 Montage van de loopwieltjes (fig. 2-4)
De wielhouder met as (1) monteren. Hierbij dient u er
op te letten dat de beide aseinden (2) op de
wielhouder in de uitsparingen voorzien in de
behuizing (3) van de olieradiator terechtkomen.
Daarna de wielhouder op de behuizing van de
olieradiator borgen d.m.v. de schroef (4) en het
moerplaatje (5). De loopwieltjes (6) de as (7) op
schuiven tot tegen de aanslag.
3.2 Montage van de steunvoet (fig. 5-6)
De steunvoet (8) op de behuizing (9) van de
olieradiator monteren. De beide aseinden (10) op de
steunvoet moeten hierbij de uitsparingen voorzien in
de behuizing van de olieradiator in worden
geschoven. Daarna de steunvoet op de behuizing
van de olieradiator borgen d.m.v. de schroef (11) en
het moerplaatje (12).
4. Technische gegevens:
Nominale spanning:
230 V ~ 50 Hz
Verwarmingsvermogen:
1500 W (600 W/900 W/1500 W)
Thermostaatregelaar: traploos
instelbaar
Verwarmingsribben: 9
Bescherming klasse:
IP20
Netkabel:
3 x 1 mm2 x 1,65 m
5. Reglementair gebruik
Het toestel is enkel berekend voor de particuliere
sector en niet als een industriële verwarming.
6. Inbedrijfstelling
Let op! Vóór inbedrijfstelling controleren of de
voorhanden zijnde spanning overeenkomt met de
spanning vermeld op het kenplaatje.
Neem de veiligheidsinstructies vermeld onder punt 1
in acht.
6.1 Functieschakelaar (fig. 7):
앬
laag vermogen – schakelaar (1) inschakelen
앬
middelmatig vermogen – schakelaar (2)
inschakelen
앬
maximaal vermogen – schakelaar (1+2)
inschakelen
Het mogelijke thermische vermogen vindt u in de
technische gegevens onder punt 4!
6.2 Thermostaatregelaar/kamertem-
peratuurregelaar (Fig. 7, pos. 3):
Schakel het gewenste verwarmingsvermogen in
d.m.v. de twee functieschakelaars. Draai de regelaar
op “MAX” tot de gewenste kamertemperatuur bereikt
is. Draai dan de regelaar terug tot duidelijk een
klikken te horen is. De thermostaatregelaar schakelt
het verwarmingstoestel automatisch in en uit en zorgt
voor een nagenoeg constante kamertemperatuur. Dit
veronderstelt dat het verwarmingstoestel beschikt
over een voldoend thermisch vermogen voor de te
verwarmen ruimte.
6.3 Luchtbevochtiging
De bak ter bevochtiging van de kamerlucht wordt met
schoon water gevuld dat dan stilaan verdampt terwijl
het toestel in werking is. Op grond van de
verdamping verhoogt de vochtigheid van de
verwarmde lucht.
De olieradiator kan ook zonder water in de bak
worden gebruikt (geen bevochtiging van de
kamerlucht).
Aanwijzingen:
Om een optimale bevochtiging van de kamerlucht te
verzekeren dient de inhoud van de waterbak
regelmatig te worden gecontroleerd.
De bak mag enkel met schoon water worden gevuld.
De waterbak en het water dat er zich in bevindt ter
bevochtiging van de kamerlucht wordt tijdens de
werking van het toestel heel warm.
6.3.1 Vullen van de bak (fig. 8-9)
Bakhouder aan de achterkant van de olieradiator
verwijderen. Hiervoor de snapsluiting (1) omlaag
NL
14
Anl.MR915LB_SPK7 02.05.2005 15:55 Uhr Seite 14