7
Español
Deutsch
Nederlands
1 - Gebruik de bosmaaier nooit als u vermoeid bent of wanneer
u alcohol, drugs of medicijnen heeft gebruikt (Fig. 1).
2 - Draag altijd gepaste stevige kleding en veiligheidsuitrusting
(schoenen, een lange broek, handschoenen, oor-, oogbe-
schermig en een helm) (zie pag. 8-9). De kleding moet aan-
genaam zitten, maar mag niet te los worden gedragen.
3 - Laat nooit een kind met de bosmaaier werken.
4 - De gebruiker moet erop letten, dat er zich in een straal
van 15 meter van de in werking zijnde bosmaaier niemand
anders bevindt (Fig. 2).
5 - Voordat u de bosmaaier gebruikt dient u te controleren of
de schroef, die het maaiblad bevestigt, stevig vast zit.
6 - Gebruik nooit een ander snijwerktuig of -onderdeel, dat
niet expliciet is aanbevolen voor deze machine (zie pag.
16-17).
7 - De bosmaaier mag niet zonder maaibladbeveiliging worden
gebruikt.
8 - Voordat u de machine start, dient u te controleren of de
gashendel vrij functioneert.
9 - Voordat u de machine start, moet u ervoor zorgen dat het
maaiblad vrij kan draaien.
10 - Tijdens het werk moet u regelmatig het maaiblad control-
eren (als de motor uit staat). Gebruik de bosmaaier nooit
als het maaiblad kapot is of breuken vertoont: u dient dan
het maaiblad onmiddellijk te vervangen (Fig. 3).
11 - Het maaiblad mag niet draaien wanneer de motor stationair
draait. Als dit toch het geval is, dan dient u de stationair-
schroef op de carburateur aan te passen (zie "het aanpassen
van de motor").
12 - Als u de bosmaaier vervoert, dan moet de motor zijn uitge-
LET OP: De bosmaaier, indien goed gebruikt, vormt
een snel, gemakkelijk en doeltreftend werktuig.
Opdat uw werk altijd pretting en veiling is, de hier
weergegeven veiligheidenormen nauwkeurig in
acht nemen.
schakeld en het blad zijn bedekt met de maaibladbeveiliging
(Fig. 4).
13 - Neem tijdens het werken met de bosmaaier en stabiele
houding aan (Fig. 5).
14 - Start en gebruik de machine nooit als deze in een gesloten
ruimte staat. Het inademen van uitlaatgassen kan namelijk
nadelige gevolgen voor de gezongheid hebben.
15 - Raak nimmer het maaiblad als de motor loopt en pleeg ook
geen onderhoud met draaieinde motor.
16 - Vul alleen brandstof bij als de machine uit staat en als er
geen open vuur in de buurt is (Fig. 6). Rook nooit tijdens
het vullen (Fig. 6).
17 - Verwijder nooit de dop van de brandstoftank als de machine
nog loopt of warm is.
18 - Zorg ervoor dat u geen benzine over de machine of op de
grond morst.
19 - Als er brandstof gemorst wordt tijdens het vullen, dient u
de machine te verplaatsen om deze te starten (Fig. 7).
20 - Gebruik geen brandstof voor schoonmaakwerkzaamh-
eden.
21 - Controleer nooit de bougie als u deze in de buurt van het
cilindergat houdt. Hierdoor vermijdt u dat brandstofdamp
die uit de cilinder komt spontaan ontbrandt.
22 - Gebruik de bosmaaier nooit als de uitlaat kapot is.
23 - Houd de handgrepen vrij van olie of brandstof (Fig. 8).
24 - Bewaar de bosmaaier op een, droge plaats, vrij van hit-
tebronnen en vrij van de grond.
25 - U mag de motor nooit starten zonder transmissiesteel.
26 - Maai niet te dicht bij de grond teneinde het raken van stenen
of andere objecten te vermijden.
27 - Controleer de bosmaaier dagelijks om er zeker van te zijn dat
alles juist functioneert en dat alle veiligheidsvoorzieningen
juist werken.
28 - Probeer geen reparaties te verrichten die buiten het normale
onderhoud vallen. Laat dit soort werkzaamheden over aan
uw dealer.
Nederlands
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
con el cubre disco en su lugar (Fig. 4).
13 - Trabaje siempre manteniéndose en posición estable
y segura (Fig. 5).
14 - Ponga en marcha la desbrozadora sólo en lugares
bien ventilados.
15 - No realice ninguna operación de mantenimiento con
el motor en marcha, ni tampoco toque el disco.
16 - Llene el depósito lejos de fuentes de calor y con el
motor parado (Fig. 6). No fume durante esta operación
(Fig. 6).
17 - No quite el tapón del depósito con el motor en mar-
cha.
18 - Tenga cuidado de no verter la mezcla de combustible
en el suelo o sobre el motor.
19 - Si al llenar el depósito saliera combustible, cambie
de lugar la desbrozadora antes de hacerla arrancar
(Fig. 7).
20 - No use combustible (mezcla) para la limpieza.
21 - No controle la chispa de la bujia cerca de su aloja-
miento.
22 - No trabaje con el silenciador estropeado.
23 - Mantenga siempre secas y limpias las empuñaduras,
sin aceite ni combustible (Fig. 8).
24 - Conserve la desbrozadora en sitios secos, lejos de
fuentes de calor y posiblemente del suelo.
25 - No ponga en marcha el motor sin haber antes mon-
tado el brazo.
26 - No corte demasiado cerca del terreno con el fi n de
evitar piedras u otros objetos.
27 - Controle diariamente la desbrozadora para asegu-
rarse que todos los dispositivos, de seguridad y no,
funcionen perfectamente.
28 - No efectúe Ud. mismo las operaciones que no sean
de mantenimiento normal. Diríjase a talleres autori-
zados.
Español
NORMAS DE SEGURIDAD
5
6
8
7