NEDERLANDS
NEDERLANDS
NEDERLANDS
NEDERLANDS
- 81
-
INSTALLATIEINSTRUCTIES
• Rookkanaal
Met rookkanaal wordt het conduct bedoeld
dat de opening voor de rookafvoer van de
haard verbindt met de opening van de scho-
orsteen. Het rookkanaal dient gemaakt te zijn
van stugge stalen of keramieke pijpen.
Het gebruik van flexibele metalen of cementfi-
ber pijpen is niet toegestaan. Tevens dienen
horizontale of tegenhellende delen te worden
vermeden. Eventuele veranderingen van
doorsnede zijn alleen aan de uitgang van
de haard en niet aan het koppelstuk met het
rookkanaal toegestaan. Hoeken groter dan
45° zijn niet toegestaan. In overeenstemming
met het koppelstuk van het stalen kanaal op
de opening voor de afvoer van rook van de
haard dient een afsluiting met kit bij hoge
temperatuur uit te worden gevoerd.
Houd u, naast hetgeen hierboven beschreven
staat, aan de aanwijzingen van de norm UNI
10683/2005 in de paragraaf 4.2 “aansluiting
op het rookafvoersysteem” en onderparagrafen.
• Schoorsteen
Met schoorsteen wordt het conduct bedoeld
dat vanaf de installatieruimte van de haard
naar het dak van het gebouw voert. De
fundamentele eigenschappen zijn:
- de capaciteit voor het verdragen van de
temperatuur van rook van minstens 450°C
wat betreft de mechanische weerstand, de
isolatie en het tegenhouden van gas.
- op passende wijze geïsoleerd om de vor-
ming van condens te voorkomen.
- voorzien van een constante doorsnede,
een min of meer verticale positie en zonder
hoeken groter dan 45° (ZIE SCHEMA
HIERNAAST).
- Het liefst een cirkelvormige interne doors-
nede; in het geval van een rechthoekige
doorsnede mag de maximum verhouding
tussen de zijden niet groter zijn dan 1,5.
- een interne doorsnede met een oppervlak
dat op zijn minst gelijk is aan hetgeen op het
technische blad aangeduid staat.
- aangesloten op een enkele haard (open
haard of kachel).
In het geval van niet nieuwe of te grote scho-
orstenen raden we u aan om hier een buis in
aan te brengen. Gebruik hiervoor inox stalen
buizen met een passende doorsnede en die
voldoende geïsoleerd zijn.
• Schoorsteenpot
De fundamentele eigenschappen zijn:
- interne doorsnede aan de onderkant gelijk
aan degene van de schoorsteen
- Doorsnede aan de afvoer niet kleiner dan
tweemaal de doorsnede van de schoorsteen.
- Geplaatst in de wind boven op het dak en
buiten de refluxzones.
De bekleding monteren
Controle functionering haard
Alvorens u de bekleding aanbrengt is het no-
odzakelijk de functionering van de haard te
controleren. Voer de volgende procedure uit:
-Open het luik voor de verbrandingslucht
helemaal.
-Steek het vuur aan door eerst kleine stukjes
hout en vervolgens telkens grotere stukken
hout in de haard te plaatsen tot u een lading
van 4 kg bereikt heeft.
-Als de verbranding normaal verloopt, con-
troleer de functies van de open haard. Nadat
de eerste lading opgebrand is, herhaal
de handeling met nogmaals 4 kg hout en
controleer dat de trek juist is en dat bij het
openen van de deur geen rook de kamer
binnenkomt.
Haard
Om de juiste plaatsing van SCREEN te bepa-
len is het belangrijk te controleren waarmee
hij bekleed zal gaan worden. Aan de hand
van het gekozen model dient de plaatsing
op een bepaalde wijze uitgevoerd te worden
(raadpleeg de montageinstructies die in de
verpakking van elke bekleding bijgesloten
zijn). Controleer tijdens de installatie telkens
dat de haard waterpas staat. Bevestig het bij-
gesloten steunframe met behulp van pluggen
om gevaarlijke slingerbewegingen van de
haard te voorkomen.
Luchttoevoer in de installatieruimte
van de haard
De SCREEN haard is alleen in staat om
op reguliere wijze te functioneren als aan
de installatieruimte voldoende lucht voor
de verbranding toegevoerd wordt. Zorg,
alvorens de open haard aan te steken,
voor voldoende toevoer van lucht. Als de
installatie hiermee uitgerust is, open de klep
voor de toevoer van buitenlucht en laat deze
klep openstaan zolang open haard gebruikt
wordt. De installaties voor de toevoer van
verbrandingslucht mogen niet worden gewijzigd.
Als het volume aan lucht onvoldoende
is en als het gebouw waar de open haard
geïnstalleerd is en zeer luchtdicht is, is het
noodzakelijk een extra luchttoevoer van 150
cm2 aan te brengen.