38
het ster-type (FIG. 3) of van het driehoeks-type (FIG. 4) op de aansluitkast,
en de elektrische pomp bekijkend vanaf de motorkant, controleren of de
koelventilator in de richting van de pijlsticker op de ventilatordeksel draait.
In het geval hij verkeerd mocht draaien, twee van de drie draden in het
klemmenbord van de motor omdraaien.
– Voor toepassingen met inverter gebruik maken van een kabellengte <25 meter.
ELEKTRISCHE DOMPELPOMPEN
– Voor de éénfasige versie de stekker in een stopcontact steken.
– Voor de driefasige versie (FIG. 5), controleren of de draairichting van de
motor kloksgewijs is, de elektrische pomp vanaf boven bekijkend, en als volgt
verdergaan: terwijl de elektrische pomp nog niet in de installatie bevestigd
is, de stroomtoevoerkabel op het elektrische schakelbord aansluiten en
de stroomschakelaar een ogenblik activeren: de elektrische pomp start en
ondervindt een terugslag die, vanaf de bovenkant van de pomp gezien,
antikloksgewijs moet zijn. In het geval hij verkeerd mocht draaien (kloks-
gewijs), twee van de drie draden in het klemmenbord van het elektrische
schakelbord omdraaien.
In FIG. 7 worden de standaardspanningen (aangegeven op het typeplaatje)
met de betreffende toleranties getoond.
8.1. IN- EN AFSTELLINGEN
Voor de pompen met drijver, de lengte van de kabel van de drijver regelen ten
opzichte van het minimum- en maximumniveau van het water (zie DEEL 2).
Controleren of de automatismes van de installatie niet meer opstartingen per
uur veroorzaken dan beschreven in FIG. 8 voor de oppervlaktepompen, en in
DEEL 2 voor de dompelpompen.
9. GEBRUIK EN OPSTARTEN
DE ELEKTRISCHE POMP NOOIT ZONDER WATER LATEN FUNCTI-
ONEREN: HET GEBREK AAN WATER VEROORZAAKT ERNSTIGE
SCHADE AAN DE INTERNE ONDERDELEN.
9.1. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
a) Onze elektrische oppervlaktepompen zijn ontworpen voor werking in
plaatsen waar de omgevingstemperatuur niet hoger is dan 40°C en de
hoogte boven zeeniveau 1.000 m niet overschrijdt;
b) onze elektrische pompen mogen niet worden gebruikt in zwembaden of
vergelijkbare plaatsen;
c) het langdurig functioneren van de elektrische pomp met een gesloten
persleiding kan schade wegens oververhitting veroorzaken;
d) Schakel de motorpomp niet meer dan 50.000 keer per jaar in en uit. Als
de pomp meer dan 50.000 keer per jaar in- en uitgeschakeld wordt, kan
de levensduur verkort worden en bestaat er een risico op voortijdig defect
raken van de pomp. Zie ook hoofdstuk 8 voor het maximale aantal in- en
uitschakelingen per uur;
e) in geval van het wegvallen van de spanning is het een goede gewoonte
om het elektrische voedingscircuit te onderbreken;
f) Selecteer de pomp zodat deze dichtbij het beste efficiëntiepunt werkt, ten
minste tussen het minimale en maximale nominale debiet.
9.2. OPSTARTSCHEMA
Om de pomp in werking te stellen is het noodzakelijk de volgende aanwij-
zingen op te volgen:
a) Een platte schroevendraaier, door de ventilatorafdekking heen, in het
gedeelte achter de pomp inbrengen, totdat deze samenvalt met de sleuf die
is aangebracht op het uiteinde van de rotoras;
b) de schroevendraaier een paar keer volledig ronddraaien in beide richtingen;
c) de pomp op het systeem aansluiten;
d) De pomp twee of drie keer opstarten om de conditie van de installatie te
testen.
e) zorg een paar keer voor plotselinge drukvermeerdering aan de perszijde;
f) controleer of het niveau van geluid, vibraties, druk en elektrische spanning
normaal is.
9.3. AFZETTEN
a) De watercirculatie aan de perszijde geleidelijk onderbreken, om overdruk
door leidingslag te vermijden in de leidingen en in de pomp;
b) Onderbreek de elektrische voeding.
10. ONDERHOUD EN REPARATIE
Het wordt enkel aanbevolen de normale werking regelmatig te controleren,
en in het bijzonder aandacht te schenken aan het eventueel ontstaan van
abnormale lawaaierigheid en vibraties en, voor de oppervlaktepompen, aan
eventueel lekken van de sleepringafdichting.
De voornaamste en meest voorkomende speciale onderhoudswerkzaamheden
zijn over het algemeen de volgende:
− vervanging van de sleepringafdichting
− vervanging van de dichtingsringen
− vervanging van de lagers
− vervanging van de condensoren
Wanneer de OPPERVLAKTEpomp lange tijd niet wordt gebruikt, is het aan te
raden deze geheel te ledigen door de afvoer- en de vulstoppen te verwijderen,
goed met schoon water te wassen, en vervolgens opnieuw te ledigen, om te
voorkomen dat er binnenin waterresten achterblijven.
Deze handelingen moeten altijd worden uitgevoerd waneer er vorstgevaar
bestaat, om breuken in de componenten van de pomp zelf te vermijden.
Wat betreft de dompelpompen kan de eventuele vervanging van de stroom-
toevoerkabel alleen worden uitgevoerd door het servicecentrum.
10.1. STORINGEN ZOEKEN
OPGETREDEN
STORING
OORZAAK
OPLOSSING
DE POMP
FUNCTIONEERT
NIET
de motor
draait niet
Gebrek aan stroom
Meterkast controleren
Stekker niet
ingestoken
Elektrische aansluiting
op de lijn controleren
Verkeerde elektrische
aansluiting
Aansluitkast en elek-
trisch schakelbord
controleren
Automatische schake-
laar terug gesprongen
of zekeringen verbrand
De schakelaar in nor-
male stand terugzetten
of de zekeringen ver-
vangen en de oorzaak
controleren
Drijver geblokkeerd
Controleren of de drijver
het niveau ON bereikt
Thermische beveiliging
geactiveerd (éénfasig)
Reset zich automatisch
(alleen éénfasig)
DE POMP
FUNCTIONEERT
NIET
De motor draait
Vermindering span-
ning op elektriciteitslijn Wachten op herstel
Filter/aanzuigopening
verstopt
Filter/opening reinigen
Voetklep geblokkeerd
De klep reinigen en
de werking ervan con-
troleren
Pomp zuigt niet aan
Giet de pomp aan
Terugslagklep in toe-
voer controleren
Vloeistofniveau con-
troleren
Te lage druk
De afsluitklep van de
toevoer smoren
DE POMP
FUNCTIONEERT
met verminderde
kracht
Te kleine
installatie
De installatie opnieuw
berekenen
Installatie
verontreinigd
De leidingen, de
kleppen en de filters
reinigen
Waterniveau te laag
De pomp uitzetten of
de voetklep onder-
dompelen
Verkeerde draairichting
(alleen driefasig)
De twee draden om-
wisselen
Verkeerde voedings-
spanning
De pomp van stroom
voorzien volgens de
spanning op het type-
plaatje
Lekken in de leidingen De verbindingen con-
troleren
Te hoge druk
De installatie opnieuw
berekenen
NL