![Earlex SPRAY STATION HV5900 Operating Instructions Manual Download Page 36](http://html1.mh-extra.com/html/earlex/spray-station-hv5900/spray-station-hv5900_operating-instructions-manual_520679036.webp)
• Dek de niet te verven zones af met plastic folie en bevestig die met tape.
• Draag een geschikt masker wanneer u met een spuitpistool werkt (en zorg ervoor dat er voldoende verluchting is indien u binnen aan het werk
bent).
• Maak het oppervlak dat u wilt verven grondig schoon. Dit oppervlak moet niet alleen schoon, maar ook droog en glad zijn.
• Bij wijze van proef: spuit enkele oude plankjes om er zeker van te zijn dat u correct werkt met het spuitpistool.
• Beschermende kleding is aan te raden.
• Voor een beter resultaat moet u altijd de verf roeren. Gebruik bij voorkeur een verfroerder / -mixer / -peddel op een boormachine.
• Controleer of de verf geen vaste bestanddelen meer bevat.
• Veel producten kunnen ook zonder verdunning worden gespoten. Als de verf echter niet goed wordt aangebracht, verdun het product geleidelijk in
stappen van 5%.
• Voor spuitverwerking hoeven de meeste verven slechts licht te worden verdund, bv. 5% of 10%.
• Sommige dikkere verfsoorten zoals verf voor buitenmuren en grondverven moeten 20% of 25%. worden verdund.
• Product op waterbasis worden met water verdund.
• Gebruik een geschikt verdunningsmiddel voor op oplosmiddel gebaseerde producten.
• Sommige fabrikanten vermelden op de bus of een specifiek verdunningsmiddel moet worden gebruikt.
• Sommige fabrikanten hebben speciale verven voor verwerking met spuitpistool.
Uw sproeistation is een krachtige en veelzijdige oplossing en is compatibel met verschillende maten naalden en vloeistofmondstukken:
• De kleinere naalden en vloeistofmondstukken zijn de meest algemeen gebruikte maten voor decoratieve verf.
• De grotere naalden en vloeistofmondstukken die gemakkelijk aan het sproeipistool kunnen worden gemonteerd (met het gereedschap voor de
naald en het vloeistofmondstuk (1)), zijn geschikt voor dikke verfsoorten zoals grondverf en gladde cementverf.
Er zijn andere optionele maten voor naalden en vloeistofmondstukken verkrijgbaar voor meer specifieke toepassingen.
3 spuitpatronen
Horizontaal en verticaal spuiten met
Rond spuiten
verschillende breedte
Verticaal en horizontaal voor normale klussen
Voor kleine en fijne klussen
Voor het spuiten van een groot oppervlak wordt doorgaans de techniek van elkaar kruisende bewegingen gebruikt, d.w.z. dat het
product eerst in horizontale en vervolgens in verticale stroken wordt aangebracht (Fig.5).
1) Voor een horizontale strook moet de spuitrichtingsplaat in verticale stand worden geplaatst, haal de trekker over en
beweeg uw arm naar rechts.
2) Laat de trekker aan het eind van deze lijn even los en breng het product vervolgens aan net onder de zo-even gespoten strook.
3) Voor een verticale strook moet de spuitrichtingsplaat horizontaal worden geplaatst, haal de trekker over en ga op en
neer over de net gespoten horizontale stroken.
Door de stand van de spuitrichtingsplaat (4) van een horizontaal, naar verticaal en rond spuitpatroon te veranderen,
kunt u de breedte van het patroon wijzigen (Fig.5).
WENK:
Voor een optimaal resultaat dient u het spuitpistool steeds waterpas te houden en op eenzelfde afstand van het te spuiten
oppervla, bij voorkeur 25 à 30 cm (10-12”) (Fig.7/8). Controleer uw beweging met de arm, niet met de pols (Fig.7/8). Dat
helpt voor een gelijkmatiger spuitpatroon.
WENK:
De HLVP-technologie warmt de lucht op via de luchtdop: daardoor droogt de verf sneller hetgeen een positieve invloed op het
eindeffect kan hebben.
WENK:
Voor plafond en vloer: controleer of de opvangbuis correct georiënteerd is.
SOORT VERF
REINIGEN
Verf op waterbasis
Reinigen met water
Verf op oliebasis
Reinigen met gepast oplosmiddel, bv. terpentine
US
UA
GR
DK
NL
SE
TR
RU
PL
US
ID
ГОРИЗОНТАЛЬНАЯ
ВЕРТИКАЛЬНАЯ
КРУГЛАЯ
12
3
1
2
4
5
6
7
8
9
10
11
ГОРИЗОНТАЛЬНАЯ
ВЕРТИКАЛЬНАЯ
КРУГЛАЯ
12
3
1
2
4
5
6
7
8
9
10
11
(Fig.4)
(Fig.4)
• Vul het verfreservoir met het te spuiten product. Goed omroeren (zoals hiervoor reeds werd vermeld) en giet door een zeef om alle bestanddelen
te verwijderen die een glad en even spuitpatroon in de weg kunnen staan.
• Controleer of de dichting van het verfreservoir (10) en de opvangbuis (11) stevig onderaan in het spuitpistool zijn bevestigd.
• Schroef het verfreservoir in de onderzijde van het spuitpistool en draai stevig aan.
• Begin met de debietregelaar (9) op het minimum niveau zodat u de trekker niet kunt overhalen. Denk eraan: de debietregelaar regelt de
hoeveelheid verf die wordt gespoten (Fig.6).
• Wikkel de luchtslang af en bevestig achteraan het spuitpistool, het andere uiteinde aan het spuitstation.
• Wikkel net netsnoer af en steek de stekker in een stopcontact.
• Zet het spuitstation aan. Er wordt meteen lucht gegenereerd, hetgeen NORMAAL is. Er wordt echter pas product gespoten wanneer u de trekker
van het spuitpistool overhaalt.
• Zeer belangrijk: bij het eerste gebruik wordt aanbevolen de motor gedurende 1 à 2 minuten te laten lopen alvorens met spuiten te beginnen. Denk
eraan dat de verfdebietregelaar de hoeveelheid verf regelt die wordt gespoten (Fig.6).
CONTROLEER OF DE MOTOR OP EEN STEVIG EN STOFVRIJ OPPERVLAK STAAT.
38
ZIE VOOR DE SPRAYPACKASSEMBLAGE DE SPRAYPACKHANDLEIDING EN
VEILIGHEIDSINSTRUCTIESHANDLEIDING
ZIE VOOR DE SPRAYPACKASSEMBLAGE DE SPRAYPACKHANDLEIDING EN
VEILIGHEIDSINSTRUCTIESHANDLEIDING
ZIE VOOR DE SPRAYPACKREINIGING DE SPRAYPACKHANDLEIDING EN
VEILIGHEIDSINSTRUCTIESHANDLEIDING.
VOORBEREIDING
AAN DE SLAG
REINIGINGSVOORSCHRIFTEN
SPUITPISTOOL