33
Afbeelding 3
- het bevestigen van een lamp op het voorhoofd:
breng de meegeleverde klemmen voor de lamp op het voor-
hoofd op de daarvoor bedoelde punten op de helm aan. Om
een lamp op het voorhoofd te bevestigen op uw helm, schuift u
de draagband van de lamp op het voorhoofd onder het flexibele
tussenstuk aan de buitenkant en positioneert u de lamp op de
voorkant van de helm.
Afbeelding 4
– controle: controleer of bij gesloten kinband en
strak zittende hoofdband de helm horizontaal zit en niet zij-
waarts en niet op het voorhoofd of nek weg kan glijden.
Afbeelding 5
- magneetsluiting: sluiten: breng de beide gespe-
lementen zo naar elkaar toe, dat ze vastklikken. De magneet-
sluiting sluit met een goed hoorbare klik. Openen: Het onder-
liggende gespelement aan het uiteinde ervan van het bovenste
gespelement trekken.
Steekgesp: sluiten: druk de beide gespelementen zo in elkaar,
dat ze vastklikken. De steekgesp sluit met een luide klik. Ope-
nen: druk de steekgesp aan de zijkanten samen.
C
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN:
Helmen uit klasse A en
klasse B zijn bedoeld voor alpineskiërs, snowboarden en soort-
gelijke groepen. Helmen uit klasse A bieden naar verhouding
meer bescherming. Helmen uit klasse B kunnen meer ventilatie
en beter horen bieden, maar beschermen een kleinere zone van
het hoofd en bieden minder doordringingsbestendigheid.
Controleer telkens voor u de helm gebruikt of er ook wat aan
de helm mankeert. Controleer alle banden, riemen, alle bevesti-
gingselementen en het probleemloze functioneren van het ver-
stelsysteem op de hoofdband.
Controleer of de helm geen deuken of andere zichtbare schade
vertoont.
WAARSCHUWING: Denk eraan, dat de helm werd gefabriceerd
om bij een botsing een maximum aan energie te absorberen. Dit
gebeurt door deformatie, die beschadiging of vernieling van de
helm tot gevolg kan hebben, maar niet altijd met het blote oog
zichtbaar is.
Daarom moet de helm na een harde stootbelasting, zoals voor-
komt bij een val of het in aanraking komen met steen of ijs,
direct worden vervangen, ook wanneer aan de buitenkant geen
schade zitbaar is.
Extreme temperaturen (onder -20°C en boven +35°C), verf,
reinigingsmiddelen en koolwaterstoffen, oplosmiddel, lijm of
stickers kunnen de fysische eigenschappen van de helm veran-
deren en mogen daarom alleen volgens de aanwijzingen van de
fabrikant worden opgebracht of gelijmd.
Wanneer er ook maar de geringste twijfel bestaat naar aanleiding
van de veiligheid van het product moet dit onmiddellijk worden
vervangen.
Manual_DNA_helmet.indd 33
14.02.17 11:38