3. Bevestig de juiste slijpsteen stevig in uw gereedschap, waarbij ongeveer
6 mm van de schacht blootligt tussen de houder en de steen
9
.
4.
Verwijder de kap van de behuizing en bevestig het slijphulpstuk voor
kettingzagen
A
q
.
Gebruik de juiste kant van de meter en pas de geleider aan totdat deze
correct is geplaatst ten opzichte van de slijpsteen. Draai de schroeven vast.
De meter moet gelijk liggen met de hoek van de geleider en tegelijkertijd
contact maken met de slijpsteen
A
a
.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
!
ZORG ERVOOR DAT U DEZE INSTRUCTIES EN DE
HANDLEIDING VAN DE KETTINGZAAG HEBT GELEZEN EN
BEGREPEN, ZODAT U BEKEND BENT MET DE VOLLEDIGE DETAILS
VAN HET SLIJPEN.
!
DE TANDEN VAN DE KETTING MOETEN GELIJKMATIG WORDEN
GESLEPEN.
Wanneer het slijphulpstuk op een rotatiegereedschap van Dremel is
bevestigd, kunt u haast alle veelvoorkomende kettingmaten slijpen wanneer
u deze eenvoudige instructies opvolgt.
DE KETTING SLIJPEN
1. Plaats uw zaag op een vlakke, stevige ondergrond. Voor het juiste
slijpresultaat moet de kettingspanning worden aangepast (zoals vermeld
in de gebruikershandleiding van de kettingzaag). Het slijpen kan het
beste loodrecht op en ongeveer in het midden van het zaagblad worden
uitgevoerd.
2.
Plaats de zaag zodanig dat u tegen de zijkant van het zaagblad kijkt
met de motor rechts van u. De zaagtanden aan het uiteinde van
de ketting worden van binnen naar buiten geslepen, zoals getoond
in
A
d
. Leg de geleider plat op de tand met de referentielijn van 30º
parallel aan de ketting. Lijn de referentielijn uit met de ketting. Twee
of drie lichte slagen zijn meestal voldoende, tenzij de zaagtanden zijn
beschadigd. Zorg ervoor dat alle zaagtanden gelijkmatig zijn geslepen.
Begin met de zaagtand met de meeste zichtbare schade (d.w.z.
bramen) en slijp alle zaagtanden op gelijkmatige wijze. Verwijder niet te
21