Onderhoud
Dräger CPS 6900
83
6.6
De gaspakventielen op dichtheid
controleren
De controle is beschreven voor het testtoestel Porta Control
3000. De controle kan tevens met andere controleapparaten
worden uitgevoerd, de aangegeven waarden moeten echter
worden aangehouden.
De controle conform EN 943-1:2015, 6.5.1, echter met een
overdruk van 10 mbar, bij constante kamertemperatuur (20 °C
±5 °C) uitvoeren.
De gebruikte perslucht moet voldoen aan de eisen van
EN 12021.
De benodigde testtoebehoren staan vermeld in de bestellijst
(zie hoofdstuk 11 op pagina 90).
1. Opblaasventiel met steekkoppeling van de zwarte slang
verwijderen.
2. Uiteinde van de slang op het testtoestel aansluiten.
3. Pompbal van het ontlastingsventiel zo in de zwarte slang
steken dat de pijl op de pompbal in de richting van het
ontlastingsventiel wijst.
4. Ventielschijf met schoon water bevochtigen en monteren.
5. Testkap vanaf de buitenkant op het te testen ventiel
plaatsen en m.b.v. de zwarte slang op het testtoestel
aansluiten.
6. Onlastingsventiel openen en met de pompbal een overdruk
van +10 mbar creëren. Ontlastingsventiel sluiten.
7. Een testtijd van 1 minuut instellen en de stopwatch starten.
8. Na afloop van de controletijd de druk op het testtoestel
aflezen.
Bij een drukwijziging van minder dan 1 mbar is het
gaspakventiel in orde. In dit geval:
1. Volgende gaspakventiel controleren.
2. Testopstelling demonteren.
3. Beschermkap op het gaspakventiel bevestigen.
Wanneer de drukwijziging groter is dan 1 mbar:
1. Ventielschijf uitnemen en visueel controleren.
Ventielklep en ventielzitting moeten schoon en
onbeschadigd zijn.
2. Indien nodig, ventielschijfje vervangen (zie hfst. 6.7.3 op
3. Controle herhalen.
6.7
Bijzondere onderhoudswerkzaamheden
Na onderhoudswerkzaamheden en/of vervanging van
onderdelen de lekdichtheidstest nog een keer uitvoeren. Wij
adviseren alle onderhoudswerkzaamheden door Dräger te
laten uitvoeren.
6.7.1
Handschoenen vervangen
Handschoenen of handschoencombinaties altijd op de
volgende wijze wisselen:
1. Overhandschoen en rubberring (indien aanwezig)
lostrekken.
2. Met de duim de rand van de polsafdichtingsmanchet
omhoog duwen en de steunring, waarop de handschoen
zit, uit de mouw drukken.
3. Alle handschoenen behalve handschoencombinaties:
De nieuwe handschoen over de steunring trekken en op de
polsafdichtingsmanchet uitlijnen. De lange as van de
elliptische steunring wijst parallel naar de handpalm.
Erop letten dat er zich geen vouwen tussen handschoen en
steunring vormen.
4. Handschoen met steunring of nieuwe
handschoencombinatie door het geopende
ritssluitingssysteem in de mouw van het gaspak leiden.
5. De handschoen met de steunring of de nieuwe
handschoencombinatie door de polsafdichtingsmanchet
steken en uitlijnen.
De linkerhandschoen steekt in de linkermouw, de
rechterhandschoen in de rechtermouw.
De handpalm van de handschoencombinatie wijst naar
de mouwnaad.
6. De handschoencombinatie zo ver in de
polsafdichtingsmanchet duwen, tot de rand van de
steunring tegen de rand van de polsafdichtingsmanchet
aanligt.
De steunring moet geheel in de uitsparing van de
polsafdichtingsmanchet zitten.
7. Overhandschoenen (indien gewenst) monteren:
K-MEX-Gigant-overhandschoen over de armring
trekken en met de bijbehorende rubberring beveiligen.
Tricotril-overhandschoen over de armring trekken en
met de bijbehorende rubberring beveiligen.
8. Het gaspak op dichtheid controleren (zie hoofdstuk 6.5 op
WAARSCHUWING
Als het gaspak is uitgerust met een
handschoencombinatie, moet de
handschoencombinatie gedemonteerd, afgevoerd, en
door een nieuwe handschoencombinatie worden
vervangen. Er kan niet worden gegarandeerd dat het
materiaal tegen een herhaaldelijke blootstelling aan
chemische stoffen bestand is.
Voor de montage van de handschoenen mag geen talk
worden gebruikt. Anders kunnen de handchoenen
eruit glijden wanneer de gebruiker door overmatig
strekken een hoge drukkracht van binnen op de
handschoen aanbrengt.
!
Summary of Contents for CPS 6900
Page 2: ......