52
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger UCF FireVista
nl
|
Opslag
6.1 Warmtebeeldcamera
reinigen
Display en venster van de IR-camera zijn vervaardigd van krasbestendig
materiaal. Ga bij het reinigen van deze optische oppervlakken niettemin
voorzichtig te werk.
AANWIJZING
Indien voor het reinigen oplosmiddelen of verdunners worden gebruikt, kan de
camerabehuizing beschadigd raken.
►
Gebruik geen oplosmiddelen of verdunners!
1. Warmtebeeldcamera met een vochtige, pluisvrije doek afnemen. Indien
nodig, met warm zeepsop reinigen.
2. Warmtebeeldcamera met een zachte, pluisvrije doek afdrogen en volledig
laten opdrogen.
6.2 Accu
laden
AANWIJZING
Indien de laadschaal l in contact komt met water, bestaat er gevaar voor
kortsluiting.
►
Zorg ervoor dat de warmtebeeldcamera en de laadschaal droog zijn.
De warmtebeeldcamera bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot 40 °C
opladen. Om de accu niet te beschadigen, onderbreekt de oplader het laden bij
temperaturen buiten het opgegeven bereik en geeft een foutmelding weer.
Zodra de camera weer een temperatuur binnen het toegestane bereik heeft,
wordt het opladen van de accu hervat.
Indien de accu niet meer kan worden opgeladen, kan de
warmtebeeldcamera worden opgestuurd naar DrägerService. DrägerService
kan de accu.
1. Plaats de warmtebeeldcamera in de laadschaal. Sluit de houder van de
laadschaal.
De LED knippert groen wanneer de accu van de warmtebeeldcamera
wordt opgeladen.
De LED brandt groen wanneer de accu van de warmtebeeldcamera
volledig is opgeladen.
De LED knippert snel rood wanneer er een probleem is opgetreden.
6.3 Laadschaal
monteren
Voorwaarden
– De laadschaal alleen binnen gebruiken.
– De laadschaal niet meer dan 2 meter boven de grond monteren.
– De plaats waar de laadschaal wordt gemonteerd moet voldoende ruimte
bieden om de houder te kunnen openen (zie hoofdstuk 9).
– Voor de bevestiging zijn 4 schroeven nodig (zie hoofdstuk 9).
Zie afbeelding E op de uitvouwpagina
1. Boor, indien nodig, de gaten voor.
2. Plaats de netvoedingsadapter of auto-adapter in de laadschaal.
3. Bevestig de laadschaal met de 4 schroeven.
4. Sluit de laadschaal aan op de stroomvoorziening.
7 Opslag
In geval de warmtebeeldcamera wordt opgeslagen, moeten de volgende
werkzaamheden om de 6 maanden worden uitgevoerd:
– Controleer of de warmtebeeldcamera naar behoren werkt:
– Om de warmtebeeldcamera in te schakelen, drukt u kort op de aan/uit-
knop. Het warmtebeeld moet weergegeven worden.
– Schakel de warmtebeeldcamera weer uit.
– Laad de warmtebeeldcamera weer op.
– Indien de accuwerktijd van de accu niet meer voldoende is, moet u de accu
door Dräger laten vervangen.