237
Opmerking: Zie de beschrijving van het
apparaat op de pagina's IV/V en IX/X.
4.1 Aansluiten van de
ARTROMOT®-E2/-E2 compact,
functiecontrole
Het apparaat wordt geleverd met de
volgende onderdelen:
Basisapparaat (stoel/statief met rollen),
bewegingselement, programmeringsunit
(15), patiëntenchipkaart (17), armsteun (uit-
sluitend bij de stoelversie - 4), aansluitka-
bel (niet afgebeeld), gebruiksaanwijzing
1. Zet het apparaat in elkaar en sluit de
betreffende kabels aan, waarbij u de
instructies voor het transport onder
6.3 in omgekeerde volgorde volgt.
2. Breng de slede nu als volgt in zijn
uit-
gangspositie
:
Eerste instelling bij een nieuwe
patiënt
Noteer de naam van de patiënt op de
achterzijde van de chipkaart. Schuif de
originele patiëntenchipkaart (17) in de
afstandsbediening (15).
Druk zeven keer kort, of eenmaal lang op
de knop
MENU
op de afstandsbediening,
tot u programmeerniveau 7 bereikt (iedere
keer wanneer u op de knop drukt, gaat u
naar een volgend niveau).
Druk op de parameterknop 'Nieuwe
patiënt'
en activeer deze functie
(haakje in de cirkel naast de functie).
Druk op de knop
START
. De
uitgangsposi-
tie
wordt automatisch aangenomen.
Instelling met al
geprogrammeerde chipkaart
Schuif de originele patiëntenchipkaart (17)
in de afstandsbediening (15).
Druk op de knop
START
.
De
startpositie
(positie in het midden van
de ingestelde waarden voor extensie/flexie
en pronatie/supinatie) wordt automatisch
aangenomen.
Functiecontrole:
Als u de afstandsbediening zoals boven
beschreven kunt bedienen en de
ARTROMOT®-E2/-E2 compact naar de
uitgangspositie beweegt (zie de waarden
van de uitgangspositie in hoofdstuk 5.3 en
5.5), dan werkt het apparaat foutloos.
Het apparaat voert tijdens het in gebruik
zijn voortdurend intern een functiecon-
trole uit. Stuit het apparaat daarbij op een
fout, dan
− klinkt er een waarschuwingsignaal
− schakelt het apparaat onmiddellijk uit
− verschijnt de melding ERROR met een
storingscode (bv. ERROR 5) op het
display.
In dit geval kunt u het apparaat proberen
te herstarten door de aan/uit-schakelaar
kort ingedrukt te houden. Controleer
hierbij, als de slede is uitgeschakeld, of
de stekker goed aangesloten is. Mocht
de foutmelding aanhouden, dan mag u
het apparaat pas na controle door de
klantendienst weer gebruiken.
Wanneer u uzelf ervan hebt overtuigd dat de
ARTROMOT®-E2/-E2 compact probleem-
loos werkt, laat u de patiënt plaatsnemen
op de ARTROMOT®-E2/-E2 compact.
4. Instellen van het apparaat
Summary of Contents for 80.00.031
Page 93: ...English 88 ...
Page 227: ...222 Italiano ...
Page 276: ...271 Notes ...
Page 277: ...272 Notes ...
Page 278: ...273 Notes ...
Page 281: ...VIII Notes ...