24
NAAM ONDERDEEL EN FUNCTIES
(Toppaneel)
34. BPM (beats per minute) display voor PFL bus. Toont automatisch de ritmische snelheid van de
muziek toegekend door (20) aan de PFL bus. Merk op dat voor een precieze werking, slechts een
signaal mag worden toegekend aan de PFL bus via de schakelaars (20) omdat anders geen
duidelijke ritmische structuur bepaald kan worden. Een manueelmodus voor BPM teller is
beschikbaar, zie (36). De BPM display toont “- - - . –“ als het muzieksignaal niet voldoende
ritmische inhoud heeft om automatisch een BPM waarde te bepalen. Wacht in dat geval tot
voldoende ritmische inhoud beschikbaar wordt of gebruik de manuele tapmodus zoals
beschreven in (36).
35. BPM (beats per minute) display voor het hoofdoutput signaal. Functie zoals in (34), maar voor het
hoofdoutput signaal.
36. Taptoets voor de BPM-teller van het PFL-signaal. Als het muzieksignaal een ritmische structuur
heeft die te complex is of niet bepaald wordt door percussiegeluiden, kan de automatische
BPM-teller mogelijk niet in staat zijn een zinvol resultaat te verkrijgen en toont hij “ - - - . –“ op (41).
In dat geval kunt u de taptoets gebruiken om met de muziek mee te tappen; na 4 taps toont het
display (34) de gemiddelde snelheid van het tappen in BPM. Hoe langer de tap duurt, hoe
preciezer het resultaat wordt door de ingebouwde gemiddelde berekening. Zodra het tappen stopt,
blijft het laatste resultaat op het display (34). Druk de taptoets een keer om de schakelaar terug
naar automatische modus te brengen. Zowel in automatische als manuele modus knipperen de
taptoetsen aan de snelheid van de weergegeven waarde in (34).
37. Taptoets voor hoofdsignaal BPM-teller. Functie zoals in (36), maar voor het hoofdoutput signaal.
38. Kill schakelaars. Twee stellen schakelaars, een set toegekend aan de linkerzijde van de
crossfader, de andere set toegekend aan de rechterzijde van de crossfader. Elke set bevat drie
schakelaars die toelaten het betreffende lage, midden of hoge frequentiebereik van de
signaalinhoud eindeloos te dempen (“kill”).
39. Effecten aan/uit schakelaar. Activeert het gekozen effect bepaald door de toetsen (40), (42), (43)
en (44). Eenmaal het effect actief, wordt de schakelaar verlicht.
40. Effecten bronkiezer. Deze draaitoets laat toe het stereokanaal (of de hoofdoutput) te kiezen
gebruikt als de bron voor de effectengenerator.
41. Effecten PFL-schakelaar. Laat toe het gecreëerde effect op voorhand te beluisteren zonder dat
het effect wordt geactiveerd door (39).
42. FX Mix controle. Bepaalt het niveau van het effectsignaal verzonden naar de hoofdoutput zodra
(39) ingeschakeld wordt.
43. FX scaler controle. Elk gekozen effect door de effectkiezer (42) werkt op een tijdsbasis afgeleid
van de hoofd BPM-waarde (35). Zo kan het effect in tijd worden gelijkgeschakeld met de snelheid
van het hoofdoutput signaal. In sommige gevallen is het echter wenselijk de snelheid van de
effecten een fractie of veelvoud van de basissnelheid te geven. De FX scaler toets regelt de
tijdsbasis van het effect naar een van 1/16, 1/8, 1/4, 1/2, 1, 2, 4 of 8 keer de snelheid van de hoofd
BPM-teller.
44. FX kiezer. Deze toets geeft de keuze uit 8 unieke en DJ-relevante effecten:
Naam Effect BPM
Parameter
Reverb
Haltype reverb
Vervaltijd
Delay
Delay met feedback Delaytijd
P-Pong
Ping-Pong Delay R-L
Delaytijd
Flanger
Flanger vaste zwaaibreedte
LFO Snelheid
Chorus
Chorus vaste zwaaibreedte
LFO Snelheid
Phaser
Phaser vaste zwaaibreedte
Zwaaisnelheid
Phatter
Voegt 2 gedempte signalen toe
Geen
B-Extend
Subbass synthesizer
Geen