28
I F U
System
1. Houd de tilband in de ene hand en plaats de
andere hand in de zak aan het onderste uiteinde
van de tilband. Dit gaat gemakkelijker wanneer de
patiënt voorover leunt of wanneer deze geholpen
wordt om wat voorover te leunen. Breng de tilband
omlaag achter de rug van de patiënt, door de band
langs de rug van de stoel/rolstoel of langs het bed
te glijden, het liefst helemaal tot de stuit. Het mid-
denstuk van de tilband zou nu langs de ruggengraat
van de patiënt moeten lopen.
2. Zorg dat u de tilband omlaag brengt tot de
heupen van de patiënt. Doe dit door de tilband in de
ruimtes in de achterste hoeken van de rolstoelzitting
te duwen.
3. Trek de beensteunen langs de buitenkant van de
dijen naar buiten. Ga tegenover de patiënt zitten en
trek aan de onderste rand van de beensteun, zodat
de tilband goed rond de heupen komt te zitten.
Door licht tegendruk te geven tegen de knieën van
de patiënt, voorkomt u dat hij/zij naar voren schuift
in de stoel.
4. Controleer of de beensteunen even lang zijn aan
beide kanten en plaats ze vervolgens onder de dijen
van de patiënt. Kruis de beensteunen en haak ze
aan het tiljuk.
Breng de lift omhoog en stop wanneer de banden
straks komen te staan. Controleer of alles in orde is
voordat u verder gaat met tillen.
De tilband aanbrengen wanneer de patiënt in een (rol)stoel of op bed zit
1. Vouw de beensteun en schuif deze onder de
dijen van de gebruiker waarna u de steun bij de
buitenkant van de dij naar buiten trekt.
2. Trek vervolgens de tilband omhoog achter de rug
van de patiënt.
De tilband verwijderen wanneer de patiënt zit
1
2
3
4
1
2