137
nEDERLanDs
Asvergrendeling (Afb. A)
De asvergrendelingsknop
3
is bedoeld om te voorkomen
dat de as ronddraait wanneer u schijven plaatst of verwijdert.
Gebruik de asvergrendeling uitsluitend als het gereedschap
is uitgeschakeld, , de accu is uitgenomen en het gereedschap
volledig tot stilstand is gekomen.
OPMERKING:
Beperk het risico van beschadiging van het
gereedschap, schakel de asvergrendeling niet in wanneer
het gereedschap in bedrijf is. Er kan schade aan het
gereedschap optreden en het bevestigde accessoire kan
losschieten, hetgeen mogelijk tot letsel kan leiden.
U kunt de vergrendeling inschakelen door de knop van de
asvergrendeling in te drukken en de as te draaien tot dat niet
verder kan.
Aan/Uit‑ schakelaar en hendel voor
vergrendeling in de uit‑stand (Afb. A)
WAARSCHUWING:
Controleer voor u het gereedschap
gebruikt, dat de hulphandgreep stevig vastzit.
WAARSCHUWING:
Houd de hulphandgreep en de
hoofdhandgreep van het gereedschap stevig vast zodat
u de controle over het gereedschap behoudt tijdens
het opstarten en het gebruik, en doe dat tot het wiel of
accessoire niet meer draait. Het is belangrijk dat u het
gereedschap pas neerlegt wanneer de schijf volledig tot
stilstand is gekomen.
1. Schakel het gereedschap in door de hendel
2
voor
vergrendeling in de uit‑stand in de richting van de
achterzijde van het gereedschap te duwen en vervolgens
aan/uit‑schakelaar
1
in te drukken. Het gereedschap loopt
zolang u de schakelaar ingedrukt houdt.
2. Zet het gereedschap uit door de vrijgaveschakelaar los
te laten.
WAARSCHUWING:
Laat het gereedschap volledig
op snelheid komen voor u met het gereedschap het
werkoppervlak raakt. Schakel het gereedschap pas uit
wanneer u het van het werkoppervlak hebt getild.
OPMERkInG:
Dit gereedschap heeft geen voorziening voor het
vergrendelen van de schakelaar in de aan‑stand (ON) en mag
nooit op welke manier dan ook op ON worden vergrendeld.
Juiste handpositie (Afb. K)
WAARSCHUWING:
Beperk het risico op ernstig persoonlijk
letsel, plaats
ALTIJD
uw handen in de juiste positie, zoals
afgebeeld.
WAARSCHUWING:
Houd, om het risico op persoonlijk
letsel te verminderen, het gereedschap
ALTIJD
stevig vast,
zodat u voorbereid bent om een plotselinge terugslag.
Voor een juiste positie van de handen zet u één hand op de
hoofdhandgreep
13
en de andere op de hulphandgreep
5
,
zoals wordt getoond in Afb. K.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING:
Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert.
Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Beschermkappen
, kunnen de draden vast komen te zitten
in de beschermkap, wat kan leiden tot breuk van de draden
van de borstel.
Draadborstels of draadschijven worden direct op de as met
schroefdraad geplaatst zonder dat een vergrendelingsflens
wordt gebruikt. Gebruik alleen draadborstels of draadschijven
die voorzien zijn van een M14 naaf met schroefdraad. Deze
accessoires zijn tegen betaling verkrijgbaar bij uw lokale
D
e
WALT
dealer of uw lokale
D
e
WALT
servicecentrum.
1. Plaats het gereedschap op een tafel, met de
beschermkap omhoog.
2. Draai met de hand de schijf op de as (
4
).
3. Druk de asvergrendelknop (
3
) in en zet de schijf met een
sleutel op de naaf van de draadschijf of draadborstel vast.
4. U kunt de schijf verwijderen door de hierboven vermelde
instructies in omgekeerde volgorde uit te voeren.
OPMERKING:
Beperk het risico van beschadiging van het
gereedschap, zet de naaf van de schijf goed op de as vast
voordat u het gereedschap inschakelt.
Voordat u het gereedschap in gebruik neemt
• Installeer de beschermkap en de geschikte schijf of het
geschikte wiel. Gebruik geen extreem versleten schijven
of wielen.
• Controleer dat de van schroefdraad voorziene
vergrendelingsflens goed is gemonteerd.
Volg de
instructies die worden gegeven in de
Tabel Toepassing
Accessoires en Beschermkappen
.
• Controleer dat de schijf dat het wiel draait in de richting van
de pijlen op het accessoire en het gereedschap.
• Gebruik een hulpstuk niet als dit beschadigd is. Controleer
accessoires zoals schuurwielen voor gebruik op schilfers en
barstjes, steunkussens op barstjes, scheurtjes of excessieve
slijtage, staalborstels op losse of gespleten draden. Als het
gereedschap of het accessoire is gevallen, inspecteer het
dan op schade of plaats een onbeschadigd accessoire. Stel
uzelf en omstanders na het inspecteren en plaatsen van
een accessoire op buiten het bereik van het ronddraaiende
accessoire en laat het gereedschap gedurende een minuut
onbelast op maximale snelheid draaien. Beschadigde
accessoires breken gewoonlijk af tijdens deze testtijd.
