119
nEDERLAnDs
1. Maak de afschuinvergrendeling
33
los en verplaats de zaag naar
wens naar links of naar rechts. De langsgeleiding
13
moet worden
verplaatst zodat er ruimte ontstaat. Zet de afstellingsknop van de
langsgeleiding
12
vast wanneer u de langsgeleidingen op hun plaats
hebt gezet.
2. Zet de afschuinvergrendeling stevig vast.
Wanneer u bepaalde extreme hoeken wilt zagen, zult u de rechter
langsgeleiding misschien moeten verwijderen.. Raadpleeg
Aanpassing
van de langsgeleiding
in het hoofdstuk
Aanpassingen
voor
belangrijke informatie over het aanpassen van de langsgeleidingen voor
bepaalde afschuinzaagsneden.
U kunt de rechter langsgeleiding verwijderen door de afstelknop
12
enkele
slagen los te draaien en de langsgeleiding naar buiten te schuiven. De
rechter langsgeleiding is met een koord aan de onderplaat bevestigd zodat
het onderdeel niet kwijt kan raken.
Kwaliteit van de zaagsnede
De gelijkmatigheid van zaagsneden hangt af van een aantal variabelen,
zoals het materiaal dat wordt gezaagd, het type zaagblad, de scherpte van
het zaagblad en de zaagsnelheid.
Wanneer een zo gelijkmatig mogelijke zaagsnede is vereist, voor mallen en
ander precisiewerk, zullen een scherp zaagblad (60-tands carbide) en een
langzamere, gelijkmatige zaagsnelheid de gewenste resultaten geven.
WAARSCHUWING:
Zorg er voor dat het materiaal tijdens het zagen
niet kruipt; maak het stevig vast. Laat de zaagarm pas omhoogkomen
als het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. Als aan de
achterkant toch kleine splinters ontstaan, plak dan een stuk crêpe-
plakband op de plaats waar de zaagsnede zal worden gemaakt. Zaag
door het crêpe-plakband en verwijder het voorzichtig na het zagen.
Frezen (Groeven zagen en sponningen zagen)
(Afb. A2)
Uw zaag is voorzien van een groevenstop
30
, diepteafstellingsschroef
29
en vleugelmoer
28
voor het zagen van groeven. De instructies in de
hoofdstukken
Afkortzaagsneden, Schuine zaagsneden
en
Zaagsneden
in samengesteld verstek
zijn voor zaagsneden door de volledige dikte van
het materiaal. De zaag kan ook worden gebruikt voor freeswerkzaamheden
zoals het frezen van groeven of sponningen in het materiaal.
Groeven zagen (Afb. A1, A2)
Raadpleeg
Groevenstop
voor gedetailleerde instructies voor het instellen
van de diepte van de zaagsnede. U kunt het beste met behulp van een stuk
afvalhout de gewenste diepte van de zaagsnede bepalen.
1. Houd het hout vlak tegen de tafel en tegen de langsgeleiding
13
.
Lijn het zaaggebied uit onder het zaagblad. Plaats de zaagarm geheel
naar voren, met het zaagblad omlaag. Schakel de zaag in door
hendel
25
voor vergrendeling in de uit-stand in te duwen en de aan/
uit-schakelaar
24
in te knijpen. Duw in een gelijkmatige beweging de
zaagarm naar achteren en zaag een groef door het werkstuk.
2. Laat de aan/uit-schakelaar los terwijl de arm nog omlaag is. Breng
de zaagarm omhoog wanneer het zaagblad geheel tot stilstand is
gekomen. Haal altijd de arm pas omhoog wanneer het zaagblad
volledig tot stilstand is gekomen.
3. U kunt de groef breder maken door de stappen 1–2 te herhalen tot de
gewenste breedte is ontstaan.
Het werkstuk vastklemmen (Afb. C)
WAARSCHUWING:
Een werkstuk dat voor een zaagsnede is
vastgeklemd, uitgebalanceerd en bevestigd, kan uit balans raken
wanneer de zaagsnede is voltooid. Een niet-uitgebalanceerde
belasting kan de zaag of alles waar de zaag op is bevestigd, zoals
een tafel of een werkbank, doen kantelen. Ondersteun, wanneer u
een zaagsnede maakt die het werkstuk uit de balans kan brengen,
het werkstuk goed en zorg ervoor dat de zaag stevig met bouten is
vastgezet op een stabiel oppervlak. Persoonlijk letsel kan het
gevolg zijn.
WAARSCHUWING:
De klemvoet moet steeds boven de grondplaat
van de zaag vastgeklemd blijven, wanneer de klem wordt gebruikt.
Klem het werkstuk altijd vast op de grondplaat van de zaag – niet op
een andere onderdeel van het werkgebied. Controleer dat de klemvoet
niet op de rand van de grondplaat van der zaag is geklemd.
VOORZICHTIG:
Zorg er met behulp van een werkklem altijd voor dat
u de controle behoudt en beperk zo het risico van persoonlijk letsel en
beschadiging van het werkstuk.
Gebruik de materiaalklem
39
die bij uw zaag wordt geleverd. De linkse
en rechtse langsgeleiding schuiven langs en kunnen helpen bij het
vastklemmen. Andere hulpmiddelen zoals veerklemmen, lijmklemmen of
klemschroeven kunnen waarschijnlijk goed van pas komen bij materiaal van
bepaalde afmetingen en vormen
Klem plaatsen
1. Er zijn vier rechthoekige klemmontagegaten
68
in de onderplaat,
twee aan de voorzijde en twee aan de achterzijde van zaag onder de
langsgeleiding. Plaats de klem
39
in één van de vier gaten.
OPMERkInG:
Wanneer u de klem aan de achterzijde van de zaag
monteert, zal de arm van de klem misschien naar de hoogste stand
moeten worden geschoven zodat de klemstang in het montagegat kan
worden geschoven, wanneer de klem voorbij de langsgeleiding gaat.
2. Draai de knop los zodat u de klem omhoog en omlaag kunt aanpassen,
zet vervolgens de klem stevig vast op het werkstuk.
OPMERkInG:
Plaats de klem op de tegenovergestelde zijde van de
grondplaat bij het schuin afzagen. PROBEER ALTIJD EERST ZAAGSNEDEN UIT
(ZAAG UITGESCHAKELD) VOORDAT U ZE UITVOERT, ZODAT U HET PAD VAN
HET ZAAGBLAD KUNT CONTROLEREN. CONTROLEER DAT DE KLEM NIET DE
WERKING VAN DE ZAAG OF DE BESCHERMKAP VERHINDERT.
Ondersteuning voor lange stukken (Afb. E)
ONDERSTEUNING LANGE STUKKEN ALTIJD.
Gebruik voor de beste resultaten de schraag DE7023-XJ of DE7033
41
voor het uitbreiden van de breedte van uw zaagtafel. Ondersteun lange
werkstukken op allerlei geschikte manieren, zoals zaagbokken of dergelijke,
zodat afgezaagde gedeelten niet kunnen vallen.
Het zagen van schilderijlijsten, kleine vitrines en
andere vierzijdige elementen (Afb. R, S)
Begin met het uitvoeren van enkele eenvoudige projecten met afvalhout,
zodat u het werken met de zaag “in uw vingers krijgt”. Uw zaag is het
perfecte gereedschap voor verstekzagen van hoeken, zoals Afbeelding R
laat zien.
Tekening 1 in Afbeelding S toont een verbinding die is gemaakt met de
methode voor het aanpassen van de afschuinhoek. De verbinding kan
worden gemaakt met een van beide methoden.
• Aanpassing van de afschuinhoek:
-
De afschuinhoek voor de twee platen wordt voor elk afgesteld op
45°, waardoor een hoek van 90° ontstaat.
-
De verstekarm wordt vergrendeld in de nulpositie en de
afschuinafstelling wordt vergrendeld op 45°.
-
Het hout wordt met de brede vlakke zijde tegen de tafel geplaatst
en de smalle zijde tegen de langsgeleiding.
• Aanpassing van het verstek gebruiken:
-
Dezelfde zaagsnede kan worden gemaakt door links en rechts
verstek te zagen met de brede zijde tegen de langsgeleiding.
Sierlijsten en andere lijsten zagen (Afb. S)
Tekening 2 in Afbeelding S toont een verbinding die is gemaakt door de
verstekarm op 45° te plaatsen en de twee platen in verstek te zagen zodat
een hoek van 90° ontstaat. U kunt dit type verbinding maken door de
afschuinaanpassing op nul te stellen en de verstekarm op 45°. Plaats het
Summary of Contents for DCS727
Page 1: ...Final Page Size 172 x 240 mm DCS727 ...
Page 4: ...2 Fig D Fig C Fig B Fig E Fig F 41 42 5 4 61 4 5 39 68 40 36 ...
Page 5: ...3 Fig G Fig H4 Fig I Fig H1 Fig H2 Fig H3 1 44 1 43 31 21 22 19 51 49 50 46 43 45 31 48 47 ...
Page 6: ...4 Fig N Fig O1 Fig L Fig M Fig K 21 21 60 62 Fig J 10 59 52 53 54 55 56 57 58 ...
Page 7: ...5 Fig O2 Fig Q Fig S Fig P Fig T Fig R 2 1 A 1 2 ...
Page 8: ...6 Fig X1 Fig W1 Fig W1 Fig V2 Fig V1 13 46 17 13 46 13 13 17 Fig U ...
Page 9: ...7 Fig X2 Fig Y Fig AA Fig Z 1 63 64 15 16 66 65 67 ...