51
NL
en zodanig zijn ingesteld, dat een
maximale veiligheid wordt bereikt,
d.w.z. het kleinst mogelijke deel van
het slijpmiddel wijst open naar de
gebruiker. De beschermkap moet de
gebruiker beschermen tegen brokstuk-
ken en toevallig contact met het slijp-
middel.
d) Slijpmiddelen mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen gebruiks-
doeleinden. Bij wijze van voorbeeld:
Slijp nooit met de zijkant van de
doorslipschijf. Doorslipschijven zijn
bestemd voor het afsnijden van mate-
riaal met de rand van de schijf. Door
zijdelingse krachtinwerking op deze
slijpmiddelen kunnen ze breken.
e) Gebruik steeds onbeschadigde span-
flenzen van de juiste grootte en vorm
voor de door u gekozen slijpschijf.
Geschikte flenzen ondersteunen de
slijpschijf en reduceren zo het risico
op een breuk van de slijpschijf. Flen-
zen voor doorslipschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor
andere slijpschijven.
f) Gebruik geen versleten slijpschijven
van grotere elektrische werktuigen.
Slijpschijven voor grotere elektrische
werktuigen zijn niet ontworpen voor de
hogere toerentallen van kleinere elek-
trische werktuigen en kunnen breken.
Verdere bijzondere veiligheids-
instructies voor het doorslijpen
a) Vermijd een blokkering van de door-
slipschijf of een te hoge contactdruk.
Ga niet te diep snijden. Een overbe-
lasting van de doorslipschijf verhoogt
de belasting en de neiging tot kantelen
of blokkeren en bijgevolg de mogelijk-
heid tot een terugslag of een breuk
van het slijpmiddel.
b) Vermijd de zone voor en achter de
roterende doorslipschijf. Als u de door-
slipschijf in het werkstuk van u weg
beweegt, kan in geval van een terug-
slag het elektrische werktuig met de
draaiende schijf direct naar u worden
geslingerd.
c) Indien de doorslipschijf klem komt te
zitten of u het werk onderbreekt, scha-
kel dan het apparaat uit en houd het
rustig tot de schijf tot stilstand is ge-
komen. Probeer nooit de nog lopende
doorslipschijf uit de snede te trekken,
anders kan een terugslag plaatsvin-
den. Stel de oorzaak voor het inklem-
men vast en los ze op.
d) Schakel het elektrische werktuig niet
opnieuw in zolang het zich in het werk-
stuk bevindt. Laat de doorslipschijf pas
het volle toerental bereiken, alvorens
voorzichtig verder te snijden. In het
andere geval kan de schijf vasthaken,
uit het werkstuk springen of een terug-
slag veroorzaken.
e) Ondersteun de platen of werkstukken
om het risico op een terugslag door
een geklemde doorslipschijf te reduce-
ren. Grote werkstukken kunnen onder
hun eigen gewicht doorbuigen. Het
werkstuk moet aan beide kanten van
de schijf worden ondersteund, en met
name zowel in de buurt van de door-
slipschijf als ook aan de rand.
f) Wees bijzonder voorzichtig bij „zakin-
snijdingen“ in bestaande wanden of
andere niet zichtbare gebieden. De
ingebrachte doorslipschijf kan bij het
snijden in gas- of waterleidingen, elek-
trische leidingen of andere objecten
een terugslag veroorzaken.