50
Zuiver stroomvoerend systeem
Afrasterings-retoursysteem
Horizontale steun
Geschikt voor weidepoorten en hoge trekspanningen.
Gemakkelijk te plaatsen en uitstekend geschikt voor hoge
trekspanningen, vooral in gebieden met zeer natte bodem of
strenge vorst.
Een aardingssysteem installeren en
testen
Kies een geschikte plaats voor het aardingssysteem. Deze
plek moet:
•
minstens 10 m van andere aardingssystemen (zoals bijv.
telefoon- en stroomleidingen of aardingssystemen van
een ander elektroapparaat) verwijderd zijn.
•
ver van dieren en andere verkeersbewegingen liggen, die
van invloed zouden kunnen zijn op de installatie.
•
voor onderhoudsdoeleinden makkelijk te controleren
zijn.
•
in het ideale geval over vochtige grond beschikken (bijv.
op een schaduwrijke of moerassige plek). De aarding
behoeft niet direct naast het elektro-
afrasteringsapparaat te zijn aangebracht.
Steek vier 2 m lange aardpennen in de grond. Gebruik een
geïsoleerde hoogspanningskabel en aardingsklemmen om de
aardpennen met de aardingsaansluiting van het elektro-
afrasteringsapparaat in serie te schakelen. Zorg ervoor dat de
isolatieslang ver genoeg wordt afgetrokken om een goed
contact tussen de draad en de aardpen te garanderen.
Controleer het aardingssysteem als volgt:
1
Schakel het elektro-afrasteringsapparaat uit.
2
Veroorzaak op een afstand van minstens 100 m van het
elektro-afrasteringsapparaat een kortsluiting op de
afrastering door er enkele ijzeren staven of buizen
tegenaan te zetten. Bij droge of zanderig bodem kan het
nodig zijn de pennen tot 300 mm in de aarde te slaan.
N.B.:
de kortsluiting mag nooit tussen een afrasterings-
retoursysteem en de aardingsdraad van de afrastering
worden opgewekt.
3
Schakel het elektro-afrasteringsapparaat weer in.
4
Gebruik een elektrische afrasteringsvoltmeter om u
ervan te overtuigen dat de afrasteringsspanning lager is
dan 2 kV.
5
Controleer uw aardingssysteem.
Steek de
aardemeetsone van de voltmeter zo diep in de grond dat
de gehele kabellengte is opgebruikt, en clip de andere
kabel op de laatste aardpen. De voltmeter mag niet
meer dan 0,8 kV aangeven. Als de spanning hoger is,
moet de aarding worden verbeterd. Breng in dat geval
meer aardpennen aan of zoek een betere bodem voor de
aardpennen.
N.B.:
elektro-afrasteringsapparaten die in een melkschuur
zijn aangebracht, moeten op minstens 20 m afstand van de
melkschuur met een dubbel geïsoleerde uitvoerdraad worden
geaard om contact met het gebouw of de apparatuur te
voorkomen.
Tijdelijke elektro-afrasteringen
Een tijdelijke afrastering kan snel worden aangebracht en is
gemakkelijk te verwijderen. Daardoor kan de veehouder:
•
de weiden kleiner maken