![background image](http://html1.mh-extra.com/html/daikin/fdxs25f2veb/fdxs25f2veb_installation-manual_2460399046.webp)
7
Nederlands
BUIZEN VOOR HET KOELMIDDEL
3)
Controleer, nadat alle verbindingen zijn gemaakt, of er geen
gaslek aanwezig is.
4)
Vergeet niet om, nadat u de leiding heeft gecontroleerd op gaslekkages, de leidingverbindingen te isoleren.
• Gebruik daarvoor de fittingisolatie die meegeleverd is met de vloeistof- en gasleidingen. Let er daarbij ook op dat de
naad van de isolatie aan de bovenkant van de leidingen zit.
(Zet beide uiteinden vast met een klem.)
• Wikkel bij de gasleidingen de middenmaat afdichtmat om de fittingisolatie (flensmoer).
Voorzorgsmaatregelen
Isoleer alle ter plaatse gemonteerde leidingen helemaal tot aan de leidingkoppeling binnenin het apparaat. Wanneer iemand een
niet-geïsoleerde leiding aanraakt kan deze een brandwond oplopen of condensvorming op de leiding optreden.
Aandachtspunten bij het omgaan met buizen
• Zorg dat in de openuiteinden van de buis geen vocht of stof kan komen.
(Zet beide uiteinden vast met een klem.)
• Alle bochten in de buizen moeten zo klein en gelijkmatig als mogelijk zijn
(waarbij de buigstraal minimaal 30 tot 40mm. moet zijn).
Keuze van de koperen leidingen en thermische isolatiematerialen
Als gewone koperen buis (normale handelsuitvoering) wordt gebruikt, moet u op de volgende punten letten:
• Isolatiemateriaal: polyethyleenschuim
Warmte-overdracht: 0,041 tot 0,052W/mK (0,035 tot 0,045kcal/mh°C)
Het oppervlak van de koelgasbuis wordt maximaal 110°C.
Gebruik isolatiematerialen die bestand zijn tegen deze temperatuur.
• Isoleer zowel de gas- als de vloeistofbuizen om onderstaande isolatiewaarden te behalen.
Bij een hoge luchtvochtigheid moeten de koelmiddelleidingen (zowel de
hoofd- als vertakkingsleidingen) extra geïsoleerd worden.
Breng extra isolatie aan wanneer het apparaat in de buurt van een
badkamer, keuken of andere vergelijkbare locatie geïnstalleerd moet
worden.
Hanteer de volgende waarden:
• 30°C, RV hoger dan 75%: minimaal 20mm dik
Als het isolatiemateriaal onvoldoende isoleert, kan binnenin het
isolatiemateriaal condens worden gevormd.
• Gebruik voor de gas- en vloeistofbuizen aparte isolatiehulzen.
Deze vlakken insmeren
met koelmachineolie.
Momentsleutel
Pijpverbinding
Flensmoer
Sleutel
Gasbuis
Vloeistofbuis
Leidingisolatiemateriaal
(hoofdunit)
Bevestigen aan
het apparaat
Flensmoerverbinding
Naden aan de bovenzijde
Isolatie voor verbinding
(accessoire)
Klem
Leidingisolatiemateriaal
(niet meegeleverd)
Procedure voor het isoleren van de gasleidingen
(accessoire)
Hoofdunit
Procedure voor het isoleren van de vloeistofleidingen
Leidingisolatiemateriaal
(hoofdunit)
Bevestigen aan het apparaat
Klem (accessoire)
Hoofdunit
Isolatie voor verbinding
(accessoire)
Flensmoerverbinding
Naden aan de bovenzijde
Leidingisolatiemateriaal
(niet meegeleverd)
Klein afdichtmatje
Meet de lengte van de
gasleiding, omdat u die
moet afdekken met tape.
(accessoire)
Wikkel de tape
om de gasleiding.
Hoofdunit
Muur
Als geen dopje
beschikbaar is kunt
u het buisuiteinde
dichtplakken met
tape om water en
stof tegen te
houden.
Plaats een
dopje.
Regen
Gaszijde
Thermische isolatie van gasbuis
Vloeistofzijde
Thermische
isolatie van
vloeistofbuis
Klasse 25/35
Klasse 50/60
O.D. 9,5mm
O.D. 12,7mm
Klasse 25/35
Klasse 50/60
I.D. 12-15mm
I.D. 14-16mm
Dikte 0,8mm
O.D. 6,4mm
I.D. 8-10mm
Dikte minimaal 10 mm.
Gasbuis
Vloeistofbuis
Gasbuisisolatie
Vloeistofbuisisolatie
Omwikkeltape
Afvoerslang
Verbindingsbekabeling tussen de units