D-EIMAC00208-16EU - 41/192
De groep moet op robuuste, perfect genivelleerde funderingen
worden geïnstalleerd. Als de groep op balkons of daken wordt
geïnstalleerd, kan het nodig zijn om balken te gebruiken om het
gewicht te verdelen.
Figuur 3 - De groep optillen
Voor installatie op de grond moet een stevige basis in cement
worden voorzien, met een minimale dikte van 250 mm en een
breedte die groter is dan de breedte van de groep, in staat om
het gewicht er van te kunnen dragen.
Als de groep wordt geïnstalleerd op plaatsen die voor mens en
dier gemakkelijk toegankelijk zijn, is het aangeraden om
beschermingsroosters te installeren voor de secties van de
condensator en de compressor.
Volg de voorzorgsmaatregelen en instructies hierna om de
beste prestaties op de installatiesite te verzekeren:
Vermijd recirculatie van de luchtstroom.
Verzeker u ervan dat er geen obstakels zijn die de correcte
luchtstroom verhinderen.
Verzeker u ervan te zorgen voor resistente en stevige
funderingen om lawaai en trillingen te vermijden.
Vermijd de installatie van de groep in bijzonder stoffige
omgevingen, om de vervuiling van de condensorgroepen
met vuil te verminderen.
Het water in het systeem moet bijzonder rein zijn en alle
sporen van olie en roest moeten worden weggenomen.
Een mechanische waterfilter moet op de inlaatleiding van
de groep worden geïnstalleerd.
Vereisten voor minimale vrije ruimte
Het is fundamenteel om de minimumafstanden op alle groepen
te respecteren, om een optimale ventilatie van de
condensorgroepen te verzekeren.
Wanneer men beslist om de groep te plaatsen en om een
voldoende luchtstroom te verzekeren, moet men de volgende
factoren in beschouwing nemen:
Vermijd recirculatie van warme lucht
Vermijd aanvoer van onvoldoende lucht naar de
luchtgekoelde condensator.
Beide omstandigheden kunnen een verhoging van de
condensdruk veroorzaken, wat leidt tot een vermindering van
de energetische efficiëntie en van de koelcapaciteit.
Iedere zijde van de groep moet toegankelijk zijn voor de
uitvoering van onderhoudswerkzaamheden na installatie.
De verticale luchtafvoer mag niet belemmerd zijn.
Als de groep door wanden of obstakels met dezelfde hoogte
is omringd, mag de groep niet geïnstalleerd zijn op minder dan
2500 mm. Als deze obstakels hoger zijn, mag de groep niet
geïnstalleerd zijn op minder dan 3000 mm.
Als de groep wordt geïnstalleerd zonder de aanbevolen
minimumafstanden tot wanden en/of verticale obstakels te
respecteren, kan er zich een combinatie voordoen van
recirculatie van warme lucht en/of onvoldoende aanvoer naar
de luchtgekoelde condensator, wat kan leiden tot een
vermindering van capaciteit en efficiëntie.
In ieder geval kan de groep zich dankzij de microprocessor
aanpassen
aan
de
nieuwe
werkvoorwaarden
door
maximumcapaciteit te leveren, beschikbaar in bepaalde
omstandigheden, ook als de laterale afstand lager is dan
aanbevolen, behalve als de werkomstandigheden de veiligheid
van het personeel of de betrouwbaarheid van de groep
beïnvloeden.
Wanneer twee of meer groepen de ene naast de andere
worden geplaatst, is het aangeraden om een afstand van
minstens 3600 mm te respecteren tussen de banken van de
condensator.
Raadpleeg een vertegenwoordiger van de fabrikant voor meer
oplossingen.
Geluidsbescherming
Wanneer het niveau van geluidsemissie een speciale controle
vereisen, moet men bijzonder aandacht schenken om de
groep van zijn basis te isoleren door antitrilelementen correct
aan te brengen (geleverd als optional). De flexibele
koppelingen moeten ook op de hydraulische aansluitingen
worden geïnstalleerd.
Waterleidingen
De leidingen moeten ontworpen zijn met zo min mogelijk
bochten en verticale veranderingen van richting. Op deze
manier worden de installatiekosten gevoelig gedrukt, en
verbeteren de prestaties van het systeem.
Het hydraulische systeem moet over het volgende
beschikken:
1. Antitrilmontages om de overdracht van trillingen naar de
structuren te verminderen.
2.
Afsluiters om de eenheid te isoleren van het
hydraulische systeem tijdens dienstwerkzaamheden
3. Voorziening voor manuele of automatische ontluchting op
het hoogste punt van het systeem, en een
drainagevoorziening op het laagste punt.
4. Verdamper en voorziening voor warmterecuperatie, die
niet op het hoogste punt van het systeem mogen staan.
5. Een geschikte voorziening die het hydraulische systeem
onder druk kan houden (expansievat enz.).
6.
Indicatoren voor druk en temperatuur van het water,
die de operator helpen tijden dienst- en
onderhoudswerkzaamheden.
2355
4000
2400
2234
L
Summary of Contents for EWAD-D-S Series
Page 3: ...D EIMAC00208 16EU 3 192 A B ...