NEDERLANDS
30
5. HANTERING
Neem de geldende voorschriften voor
ongevallenpreventie in acht. Gevaar voor
beknelling. De pomp kan zwaar zijn, gebruik
geschikte hefmethoden en draag altijd
persoonlijke beschermingen.
Controleer het gewicht van het product voordat u het
verplaatst, om voor een geschikt hefwerktuig te zorgen.
5.1 Opslag
Alle pompen moeten overdekt worden opgeslagen, op
een droge plaats waar de luchtvochtigheid zo mogelijk
constant is, vrij van trillingen en stof.
De pompen worden afgeleverd in de oorspronkelijke
verpakking, waar ze in moeten blijven zitten tot op het
moment van installatie, als dit nie tzo is, de zuigopening
en perspeoning zorgvuldig afsluiten.
5.2 Verplaatsing KVC-KVCX
Vermijden de producten aan onnodig stoten en botsen te
onderwerpen. Om de eenheid op te tillen en te
transporteren hefmachines en de (indien voorzien)
standaard bijgeleverde pallet gebruiken. De nodige
touwen van plantaardige of synthetische vezels alleen
gebruiken, als het stuk gemakkelijk met stroppen op te
hijsen is, liefst door de standaard bijgeleverde
oogbouten te gebruiken. In geval van pompen met een
aanbouw kunnen de voor het optillen van een onderdeel
voorziene oogbouten niet gebruikt worden om de motor-
pomp-eenheid op te tillen.
6. RICHTLIJNEN
6.1 Veiligheid
Gebruik van de pompen is alleen toegestaan indien het
elektrische systeem beschikt over de
veiligheidsinrichtingen die worden voorgeschreven door
de geldende richtlijnen in het land van installatie van het
product (voor Italië CEI 64/2).
6.2 Controle draaiing motoras
Alvorens de pomp te installeren dient u te controleren of
de bewegende delen vrij kunnen draaien.
Hiertoe verwijdert u de afdekking van de rotor uit zijn
behuizing op het achterdeksel van de motor en werkt u
met een schroevendraaier op de inkeping op de motoras
aan ventilatiezijde
.
Afb. 1
De rotor niet forceren met tangen of
andere gereedschappen in een poging
de pomp te deblokkeren, hierdoor kunt u
de rotor vervormen of beschadigen
.
6.3 Nieuwe installaties
Alvorens nieuwe installaties in bedrijf te stellen, moeten de
kleppen, leidingen, reservoirs en aansluitingen zorgvuldig
worden schoongemaakt. Om te voorkomen dat lasresten
of andere onzuiverheden in de pomp dringen, wordt
gebruik van filters van het type AFGEKNOT
KEGELVORMIG, vervaardigd van corrosiebestendige
materialen (DIN 4181) aanbevolen
.
Afb. 2
5 1 2 4
3
1-Filterhuis
2-Fijnmazig filter
3-Differentiële manometer
4-Geperforeerde plaat
5-Zuigopening van de
Pomp
7. BESCHERMINGEN
7.1 Bewegende delen
Alvorens de pompen in bedrijf te stellen, moeten alle
bewegende delen zorgvuldig worden beschermd met de
hiervoor bestemde onderdelen (rotordeksels etc.)
.
Wanneer de pomp in werking is, niet in
de buurt van de bewegende delen (as,
rotor, etc.) komen.
Als u toch in de buurt van bewegende delen moet komen,
uitsluitend speciale kleding dragen die aan de wettelijke
voorschriften voldoet, om te voorkomen dat u verstrikt
raakt
.
7.2 Geluidsniveau
Zie tabel A, op pag. 113.
In gevallen waarin het geluidsniveau LpA hoger is dan
85dB(A) op de plaats van installatie, gebruik maken van
speciale GEHOORBESCHERMINGEN overeenkomstig de
betreffende geldende richtlijnen
.
7.3 Warme of koude delen
GEVAAR VOOR BRANDWONDEN!!
De vloeistof die in de installatie
circuleert heeft niet alleen een hoge
temperatuur en druk, maar kan ook de
vorm van damp aannemen!
Het kan al gevaarlijk zijn de pomp of delen van de
installatie alleen maar aan te raken.
In het geval dat warme of koude onderdelen een gevaar
opleveren, dient u deze afdoende te beschermen om
aanraking ermee te voorkomen
.
KVC
KVCX