8
Beleuchtete Gegenstände und leicht entflammbare Materialien
wie z.B. Dekostoffe müssen mindestens 50cm vom Gerät entfernt
sein. Es besteht ansonsten Brandgefahr!
Stellen Sie sicher, dass bei der Montage des Produktes das Netzka-
bel nicht gequetscht oder durch scharfe Kanten beschädigt wird.
Während Montage- und Servicearbeiten muss der Bereich unter-
halb des Montageortes abgesperrt sein.
Die Montagefläche bzw. –vorrichtung muss dermaßen bemessen
sein, dass sie mindestens 1 Stunde lang die 10-fache Nutzlast
ohne dauernde schädliche Deformierung aushalten kann.
Das Gerät muss außerdem unbedingt durch eine zweite von der
eigentlichen Montagevorrichtung unabhängige Sicherheitsauf-
hängung gesichert werden. Bei fehlerhafter Hauptaufhängung
darf kein Teil der Installation herabfallen können.
Bei der Montage sind alle diesbezüglich relevanten Vorschriften
hierfür (insbesondere BGV C1, vormals VBG 70, und EN 60598-2-17)
genau zu beachten.
Abnahme der Installation
• Vor der ersten Inbetriebnahme und nach wesentlichen Änderungen daran muss
die Installation (einschließlich des elektrischen Anschlusses) durch einen Sachver-
ständigen geprüft werden.
• Einmal jährlich ist eine Prüfung durch einen Sachkundigen erforderlich.
• Mindestens alle 4 Jahre muss eine Abnahmeprüfung durch einen Sachverständigen
erfolgen.
Montieren Sie den Lasereffekt mit dem
Montagebügel an der Decke, der Wand
oder an einem geeigneten Traversen-
system.
Befestigen Sie das Gerät mit Montage-
material, das für die Befestigungsfläche
geeignet ist und die Last des Laseref-
fekts tragen kann.
Stellen Sie den gewünschten Neigungs-
winkel ein und ziehen Sie die Bügel-
klemmschrauben gut fest.
Die Montage darf niemals freischwin-
gend erfolgen.
Sichern Sie die Montage mit einem geeig-
neten Sicherheitsfangseil zusätzlich ab.
Das Sicherheitsfangseil muss unabhän-
gig von der Hauptbefestigung den
Lasereffekt im Falle eines Fehlers an der
Hauptaufhängung halten können.
41
Ingebruikneming
Lees voor gebruik deze gebruiksaanwijzing met de veiligheidsin-
structies geheel en zorgvuldig door om een correcte ingebruikne-
ming te kunnen garanderen.
Voor ingebruikneming het apparaat controleren op beschadigin-
gen. Indien hiervan sprake is, mag het apparaat niet in gebruik
genomen worden. Neem contact op met met een een vakman of
met onze service.
Montage
De montage en de installatie van het apparaat mogen uitsluitend
door een vakman uitgevoerd worden, die vertrouwd is met de
gevaren en relevante voorschriften. Het onderhoud, de bediening
en de ingebruikneming van dit product mogen uitsluitend door
personen uitgevoerd worden, die voldoende gekwalificeerd zijn.
Bij de keuze van de montageplaats van uw apparaat dient erop
gelet te worden dat schokken, trillingen, stof, hitte, koude en
vocht vermeden moeten worden. Bovendien mogen zich geen
sterke transformatoren of motoren in de nabijheid van het appa-
raat bevinden.
Het apparaat moet buiten handbereik van personen worden
gemonteerd.
Verlichte voorwerpen en licht ontvlambare materialen, zoals
decoratieve stoffen, moeten minstens 50cm van het apparaat ver-
wijderd zijn. Anders bestaat brandgevaar!
Bij de montage van het product dient erop gelet te worden, dat het
netsnoer niet wordt afgekneld of door scherpe randen wordt
beschadigd.
Tijdens montage- en servicewerkzaamheden dient het bereik
onder de montageplaats afgezet te zijn.
Het montagevlak of de montagevoorziening dient zodanig gecon-
strueerd te zijn, dat deze minstens 1 uur lang de 10-voudige werk-
belasting zonder blijvende schadelijke vervorming kan dragen.
Het apparaat dient bovendien door een tweede veiligheidsophan-
ging beveiligd te worden, die niet afhankelijk van de eigenlijke
montage-inrichting is. Bij een verkeerde primaire ophanging
mogen geen onderdelen van de installatie omlaag kunnen vallen.
Bij de montage dienen alle desbetreffende, relevante voorschriften
voor de ongevallenverzekering (met name BGV C1, voorheen VBG
70, en EN 60598-2-17) nauwkeurig in acht genomen te worden.