
32
6. Bedieningselementen
A) Camera
1a Regenbeschermkap
5a Microfoon
2a Infrarode verlichting automatisch inschakelend bij
duisternis)
6a Camerahouder (met twee kogelgewrichten)
3a Houder
7a 18 m DIN naar RCA kabel
4a Din
B) Monitor
1b Kanaalindicatie (LED)
9b Uitklapbare voet
2b Insteltoets “VOL +”
10b Ingang camera 2
3b Insteltoets “VOL -”
11b Ingang camera 1
4b Functietoets (voor OSD) “FUNC”
12b Voedingsingangsbus (DC)
5b Spiegelfunctie “REV”
13b A/V kabel
6b AAN/UIT-knop “ON/OFF”
14b Cinch kabel
7b Kanalenkiezer “CH”
15b Netspanningsadapter
8b A/V uitgang „AV OUTPUT“
7. Inbedrijfname
Om een doelmatige inbedrijfname te realiseren, dient voor het gebruik deze gebruiksaanwijzing met de
veiligheidsinstructies volledig en zorgvuldig te worden doorgelezen !
Let er bij het kiezen van de opstellingplaats van uw set op dat instraling van direct, intensief zonlicht, trillingen, stof,
warmte, koude en vocht worden vermeden. Direct invallend zonlicht respectievelijk felle verlichting kan het beeld van
de camera sterk beïnvloeden en het waarnemen van beelden bemoeilijken.
In de buurt van de camera / het stuurapparaat dient zich geen apparaat met sterke elektrische velden te bevinden,
zoals een mobiele telefoon, zender, elektrische motor enzovoort. Deze apparaten kunnen de werking negatief
beïnvloeden. Bepaal voor de montage de afstand tussen de camera‘s en het stuurapparaat.
A) Installatie van de camera
Zorg er in elk geval voor dat er bij het boren van de bevestigingsgaten geen elektrische kabels of
elektriciteitsbuizen worden beschadigd!
Kies een voor het te bewaken gebied in aanmerking komende montageplaats met passende montageondergrond. Een
1.
loodrechte stand wordt aanbevolen, maar is geen absolute voorwaarde. De monitor beschikt over een spiegelfunctie
waarmee de beeldoriëntatie kan worden aangepast. De camera kan ook tegen het plafond worden bevestigd.
Teken de bevestigingsgaten met gebruikmaking van de camerahouder als sjabloon op de gekozen ondergrond en
2.
boor voldoende diep. Gebruik de meegeleverde pluggen bij gemetselde muren. Let bij ander materiaal (hout, metaal en
dergelijke) op voldoende stevigheid van de dragende ondergrond, of schaf indien nodig speciale pluggen aan (bijvoorbeeld
bij gipsplaten).
Bevestig nu de camera op de houder en zet deze vast met de contramoer. Let er op dat de kabel niet wordt geknikt of zelfs
3.
beschadigd raakt.
Schroef nu de complete camerahouder met behulp van de schroeven en een kruiskopschroevendraaier vast op de
4.
ondergrond. Richt de camera dan zoals gewenst uit met het kogelgewricht en zet hem vast met de vleugelmoer.
Herhaal deze stappen bij het installeren van de tweede camera. Let er op om beide camera‘s niet te ver van de plaats van
5.
de monitor te installeren, zodat de lengte van de overdrachtskabels (elk circa 18 m) nog toereikend is.