8
www.combisteel.com
2. GEBRUIKSAANWIJZING
2.1. INGEBRUIKNAME
Alvorens de VAPOGRILL definitief in gebruik te nemen, verdient het aanbeveling deze gedurende 15 min. zonder
gerechten in te schakelen op stand 2. Met de gecombineerde schakel- en regelknop wordt enerzijds de grill
ingeschakeld en anderzijds de toevoer van spanning traploos geregeld, dit voor elk grill-element afzonderlijk.
Het controlelampje blijft steeds aan zolang de grill onder spanning staat. Regelstanden voor het grillen en
grilltijden zijn verder onder rubriek “TIPS” samengevat.
2.2. HET VAPOGRILL EFFECT
Bij de VAPOGRILL is het belangrijk, dat vooraf de opvangschaal met water gevuld wordt (± 4 cm). Het is dit water
dat door de stralingswarmte begint te verdampen.
In vergelijking met andere grill-toestellen, welke roosteren in lucht met een vochtigheidsgraad van 0%, werkt de
VAPOGRILL met een omgevingslucht, 100% verzadigd. Hierdoor kunnen de natuurlijke sappen der gerechten niet
opgenomen worden door de omgeving en treedt er geen gewichtsverlies op.
Het vet dat uit de gerechten druipt komt in de opvangschaal terecht en blijft boven water drijven. Hierdoor
verbrandt dit afvalvet niet verder, rookt niet en geeft geen slechte, noch vreemde smaken af.
De meest gebruikte stand om te grillen is tussen 2 en 3, naargelang men de grill markering meer of minder wil
doen uitkomen. Met de VAPOGRILL kunnen gerechten gepersonaliseerd worden, dit door het te kruiden,
bestrijken en zelfs flamberen.
Met de VAPOGRILL is vlees roosteren zonder toevoeging van olie of andere vetstoffen mogelijk (dieetvoeding).
De weerstanden van de VAPOGRILL kleven nooit tenzij er op een te lage temperatuur gewerkt wordt (stand 1 tot
2). Meer over de techniek van het grillen in de rubriek “TIPS”
OPGELET:
*** VUL NOOIT KOUD WATER DOORHEEN GLOEIENDE GRILL-WEERSTANDEN ***
2.3. TIPS
Niet allen vlees maar ook schaaldieren, vis en brood kan op de VAPOGRILL tot heerlijke originele gerechten
bereid worden. Zoals bij een barbecue kunnen met de VAPOGRILL alle gerechten een persoonlijke noot krijgen.
De bijgevoegde tabel werd opgemaakt in functie van gewicht en standaard versnijding van het vlees. De tijden
moeten aangepast worden in functie van de dikte en aan de wens van de klant. In de tabel vindt u eveneens de
gerechten, gewichten, kooktijden, ook de grill-methode, aangegeven met een
kenletter van A tot E.
A
Methode voor schaaldieren:
Zoals gamba’s, scampi, kreeft enz. Kleine schaaldieren tot 200 gr. worden gewoon op de grill gelegd.
De groten zoals kreeft en langoest worden in de lengte midden doorgesneden en met de schelp op de grill gelegd.
Deze dan met een sausje besmeren en na het grillen afwerken met een lookboter. De saus bestaat uit gesmolten
boter, een scheutje wijn, het sap van 1 citroen, 2 à 3 teentjes knoflook, gemengde grillkruiden, peper en zout.
B
Methode voor alle vleessoorten:
Om de kruiden (indien gewenst) op het vlees aan te brengen kunnen deze vooraf opgelost worden in witte wijn
(eventueel zelfs met een scheutje cognac). Hierdoor ontstaat het voordeel dat de droge grillkruiden sneller
oplossen en hun volle aroma afgeven aan de wijn. Peper en zout kunnen in dezelfde oplossing toegevoegd
worden. Met een borsteltje kan het vlees in één beweging gekruid worden. Gebruik voor de smaak bij voorkeur
geen olie.
C
Methode voor vis tot 500 gr.:
Zowel voor zalmmoten, tonijn, forel en alle vaste vissoorten gebruikt men voor het besmeren een sausje van
gesmolten boter, een scheutje witte wijn, het sap van 1 citroen, gemengd met grillkruiden, peper en zout. Tijdens
het grillen regelmatig besmeren.
