51
NL
3 x indrukken:
uit
Het apparaat begint direct te zuigen.
3. Met het mondstuk over het te reinigen oppervlak gaan.
4. Na het stofzuigen het apparaat uitschakelen.
5. Het stofreservoir (
8
) leegmaken en reinigen (zie hoofdstuk ‘Reinigen en opbergen’).
Reinigen en opbergen
LET OP!
■
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld, voordat het wordt gereinigd!
■
Zet het apparaat pas weer in elkaar, wanneer alle onderdelen volledig droog zijn!
■
Gebruik voor het reinigen van de behuizing geen scherpe of schurende
reinigingsmiddelen. Deze kunnen de oppervlakken beschadigen. Neem de behuizing
indien nodig af met een iets bevochtigde, zachte doek.
Na verloop van tijd kunnen de motor
fi
lters verkleuren. Dit is normaal en heeft
geen nadelige gevolgen voor de werking.
Stofreservoir leegmaken
1. Het stofreservoir (
8
) van het motorblok (
3
) af nemen (zie hoofdstuk ‘Montage’ –
‘Stofreservoir verwijderen / monteren’).
2. Het stofreservoir boven een vuilnisbak houden.
3. De ontgrendelingsknop (
B
) in de bodem van het stofreser-
voir indrukken. De bodem van het stofreservoir gaat open
en het vuil valt eruit.
4. De bodem van het stofreservoir weer dichtklappen. De af-
sluiting moet hoorbaar vastklikken.
5. Het stofreservoir in het motorblok plaatsen (zie hoofdstuk
‘Montage’ – ‘Stofreservoir verwijderen / monteren’).
Stofreservoir, cyclooninzetstuk en
fi
lter reinigen
1. Het stofreservoir (
8
) van het motorblok (
3
) af nemen (zie hoofdstuk ‘Montage’ –
‘Stofreservoir verwijderen / monteren’).
2. Het deksel (
12
) zo ver tegen de klok in draaien, tot de pijl
(
C
) aan het deksel van het stofreservoir op
OPEN
aan het
reservoir wijst, en het deksel eraf nemen.
3. De
fi
lterhouder (
E
) met motor
fi
lters wegnemen.
4. Het motor
fi
lter van vlies (
D
) wegnemen.
Let op:
het tweede motor
fi
lter is vast verbonden met de
fi
lterhouder en kan niet uit de houder worden genomen!
B
C
E
D