35
NL
■
Doe geen hete vloeistoffen in het stofreservoir. Houd de motoreenheid, de netsnoer
en stekker een weg van vocht of water!
■
Valt het apparaat in het water, onderbreek dan meteen de stroomtoevoer. Probeer
nooit het apparaat uit het water te trekken als het aangesloten is op het elektriciteit-
snet!
■
Sluit het apparaat alleen aan op een stopcontact, waarvan de spanning overeenstemt
met de gegevens op het typeplaatje. Het stopcontact moet ook na de aansluiting
goed toegankelijk blijven. Gebruik alleen reglementaire verlengsnoeren, waarvan de
technische gegevens overeenstemmen met die van het apparaat.
■
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact:
–
bij een onweer,
–
bij schade/storingen (bijvoorbeeld rare geluiden, geur- of rookontwikkeling)
–
wanneer vloeistoffen werden opgezogen,
–
wanneer het apparaat is gevallen.
Zorg ervoor dat het apparaat door een gespecialiseerde werkplaats wordt gecontro-
leerd voordat het opnieuw in gebruik neemt.
■
Het apparaat moet uitgeschakeld zijn, als u de stekker uittrekt of in het stopcontact
steekt.
■
Trek steeds aan de stekker en nooit aan het netsnoer!
■
Zorg ervoor dat het netsnoer niet wordt geklemd, geplooid of over scherpe randen
wordt gelegd en niet in aanraking komt met hete oppervlakken. Wikkel de netsnoer
niet rond het apparaat (risico op breuk van de kabel).
Brandgevaar
■
Gebruik het apparaat niet in ruimten, waarin zich licht ontvlambare stoffen of giftige
en ook explosieve dampen bevinden.
■
Gebruik het apparaat niet op hete oppervlakken of in de buurt van een open vuur.
■
Dek het apparaat niet af tijdens het gebruik, zodat het apparaat niet in brand vliegt.
Steek niets in de verluchtingsopeningen van het apparaat en let erop dat deze niet
zijn verstopt.
■
In geval van brand: Niet blussen met water! Doof de vlammen met een branddeken
of een geschikt brandblusapparaat.
Materiële schade en schade aan het materiaal en het apparaat
■
Controleer het apparaat en de accessoires voor elk gebruik op beschadigingen. Niet
gebruiken bij beschadigingen!
■
Gebruik het apparaat alleen als het volledig en correct werd gemonteerd!
Het stofre-
servoir en de
fi
lters moeten geplaatst en onbeschadigd zijn!
Als er vuil binnenin
de motoreenheid belandt, kan er motorschade optreden.
■
Neem de
MAX
-markering van het stofreservoir in acht. Als tijdens het gebruik de
markering bereikt is, dient u het stofreservoir te ledigen. Ook de
fi
lters moeten regel-
matig worden gereinigd om een overbelasting van de motor te vermijden.
■
Het stofreservoir en de
fi
lters moeten na het uitwassen volledig droog zijn voordat ze
opnieuw in het apparaat mogen worden geplaatst.
■
Stel het apparaat niet bloot aan extreme temperaturen of hevige temperatuurschom-
melingen.