NL
DCX Next / DCX 13 Next
56
4. Installatie
Voor installaties onder moeilijke montageomstandigheden is het volgende montage-
toebehoren verkrijgbaar:
Montageframe RDX 3
(artikelnummer 36100)
Met dit montageframe kan de doorstroomwaterverwarmer worden gemonteerd als de
elektrische aansluiting op een willekeurige plaats onder het apparaat uit de wand komt
of als de leiding op de wand geïnstalleerd is.
Bij gebruik van het montageframe verandert de IP-beschermingsklasse van IP25 naar
IP24.
Montagetoebehoren
Buizenset VDX
(artikelnummer 34120) – RDX / RDX 3 vereist! –
Met deze montageset kan de doorstroomwaterverwarmer worden gemonteerd als de
wateraansluitingen versprongen of verwisseld onder het apparaat uit de wand komen
of aan de zijkant langs de wand naar het apparaat leiden. De elektrische aansluiting kan
op iedere willekeurige plaats onder het apparaat uit de wand komen resp. op de wand
geïnstalleerd zijn.
Buizenset UDX
(artikelnummer 34110) – RDX / RDX 3 vereist! –
Met deze montageset kan de doorstroomwaterverwarmer worden gemonteerd als
de wateraansluitingen boven het apparaat eindigen. De elektrische aansluiting kan
op iedere willekeurige plaats onder het apparaat uit de wand komen resp. op de wand
geïnstalleerd zijn.
RDX 3
VDX
UDX
RDX 3
VDX
UDX
RDX 3
VDX
UDX
Het volgende in acht nemen:
• bijv. VDE 0100
• EN 806
• Bepalingen van de plaatselijke energie- en waterbedrijven
• Technische gegevens en gegevens op het typeplaatje
• Uitsluitend geschikt en onbeschadigd gereedschap gebruiken
16951
In verband met de nationale
bouwvoorschriften is aan dit
apparaat een algemeen keu-
ringscertificaat van de bouw-
inspectie ten behoeve van de
bruikbaarheid met betrekking
tot het geluidsniveau verstrekt.
Montageplaats
• Installeer het apparaat alleen in een vorstvrije ruimte. Het mag nooit worden bloot-
gesteld aan vorst.
• Het apparaat is bedoeld voor wandmontage en moet verticaal met de aansluitin-
gen naar onder geïnstalleerd worden of als alternatief kruislings geïnstalleerd met
wateraansluitingen aan de linkerkant.
• Het apparaat voldoet aan de veiligheidsklasse IP25 en mag in gebieden van catego-
rie 1 uit de VDE 0100 deel 701 (IEC 60364-7) worden geïnstalleerd.
• Om warmteverlies te voorkomen, moet de afstand tussen de
doorstroomwaterverwarmer en de kraan zo klein mogelijk zijn.
• Het apparaat moet toegankelijk zijn voor onderhoudswerkzaamheden.
• Kunststofleidingen mogen alleen worden gebruikt wanneer deze voldoen aan DIN
16893 regel 2. De warmwaterleidingen moeten geïsoleerd zijn.
• De specifieke waterweerstand moet bij 15 °C minimaal 1100 Ω cm bedragen. De spe-
cifieke waterweerstand kan worden opgevraagd bij uw waterleverancier.