Correcte bekabeling
Open in geen geval de aansluitdoos! De zonnepa-
nelen zijn al in de fabriek voorzien van de vereiste
kabels en stekkers .
Zorg voor een correcte schakeling
De geïntegreerde aansluitingsleidingen zijn
UV-bestendig. De aansluitingskabels heb-
ben een kabeldoorsnede van 4 mm². Voor de
verbinding hebben de aansluitingsleidingen
voorgeproduceerde, gepolariseerde stekker-
verbindingen.
Houd het totale oppervlak van alle kabellussen zo
klein mogelijk om spanning door indirecte bliksem-
inslagen te reduceren . Controleer de schakeling
vóór inbedrijfstelling van de generator in elk geval
uiterst zorgvuldig zodra deze gereed is . Indien de
gemeten nullastspanning afwijkt van hetgeen is
voorgeschreven, is er sprake van een fout in de
schakeling . Let eveneens op een juiste polariteit .
Steek de steekverbindingen op de juiste wijze in
elkaar .
Steekverbindingen mogen alleen in elkaar worden
gestoken als ze droog zijn . Let er daarbij ook op dat
er geen speelruimte in de verbinding aanwezig is .
Om bij -10 °C de max . systeemspanning niet te
overschrijden, is het bij de 54-cellige modules S-
Class Excellent en S-Class Vision niet toegestaan
meer dan 24 zonnepanelen in serie te schakelen .
Bij de zonnepaneelserie Professional mogen niet
meer dan 22 zonnepanelen in serie geschakeld
worden . Daarnaast dienen de eisen van de ge-
bruikte inverter aangehouden te worden .
Bij parallelschakeling van de zonnepanele dient een
overeenkomende overstroombeveiliging gebruikt te
worden . Hiervoor dienen zekeringen voor gelijkspan-
ning gebruikt te worden, die een keerstroom groter
dan 12 A voorkomen .
Verder dienen de aansluitingsvoorwaarden en de
montagerichtlijnen van de inverterfabrikant in acht
genomen te worden .
Gebruik uitsluitend geschikte materialen
De installatie mag alleen met speciale zonnekabels
en geschikte stekkers worden bekabeld . Het is van
wezenlijk belang dat alle gebruikte materialen elek-
trisch en mechanisch helemaal in orde zijn . Gebruik
uitsluitend eenaderige kabels en kies een geschikte
kabeldoorsnede om spanningsval tot een minimum
te beperken . Voor de verdere aansluiting van de
module mogen alleen geschikte kabels met min . 4
mm² dwarsdoorsnede te worden gebruikt .
Bescherm de kabels tegen schadelijke invloe-
den van buitenaf
Ter bevestiging van de kabels op het montagesys-
teem mogelijk uitsluitend UV-bestendige kabelbin-
ders worden gebruikt . Bescherm vrijliggende ka-
bels tegen mogelijke beschadigingen, bijvoorbeeld
door ze in kunststof buizen te leggen . Voorkom
blootstelling aan direct zonlicht .
Onder normale omstandigheden kan een PV-module
naar verwachting hogere stroom en/of hogere span-
ning leveren dan bij de standaard testcondities werd
gemeten . Voor het bepalen van de nominale span-
ningswaarden van onderdelen, nominale stroom-
waarde van leidingen, grootte van de zekeringen en
afmeting van besturingen, die zijn aangesloten op de
uitgang van de zonnepanelen, dienen daarom de op
de module aangegeven waarde van Isc en Uos met
factor 1,25 vermenigvuldigd te worden .
65
NL