52
temperaturen zijn overschreden. Onder deze
omstandigheden blijft de ventilator werken en knippert
de melding “tH” op het display
M
.
3 BEDIENINGSELEMENTEN OP HET VOORPANEEL.
Selectietoets V.
Door het
telkens kortstondig indrukken
van
deze toets wordt de waarde geselecteerd die kan
worden geregeld met de knop
I
. De waarden die kunnen
worden geselecteerd, hangen af van het gekozen las-
proces en worden weergegeven op de LED’s
A
/
B
/
C
/
D
.
Door de toets langer dan drie seconden in te drukken,
wordt het menu “service functions” (onderhoudsfunc-
ties) geopend. Door in “service functions” (onderhouds-
functies) de toets ingedrukt te houden, wordt de gese-
lecteerde functie opnieuw ingesteld op de fabrieksinstel-
ling; door kortstondig drukken worden de wijzigingen
bevestigd en keert men terug naar het lasproces.
LED A Stroom.
Geeft aan dat het display
M
de teruggestelde las-
stroom weergeeft. Actief in alle lasprocessen.
LED B Draadaanvoersnelheid.
Geeft aan dat het display
M
de draadaanvoersnel-
heid voor MIG-lassen weergeeft.
LED C Plaatdikte.
Het display
M
geeft de aanbevolen plaatdikte weer
op basis van de ingestelde stroom en draadaanvoer-
snelheid voor MIG-lassen.
LED D PROG.
Geselecteerd met de toets
V
, en met de knop
I
kan
het volgende worden ingesteld:
De nummers van de programma’s voor MIG-lassen en
voor TIG- en MMA-lasprocessen.
De nummers en afkortingen worden weergegeven op
het display
M
.
Knop I.
Regelt het volgende, afhankelijk van de geselecteerde
LED: Lasstroom, LED
A
, in alle lasprocessen.
draadaanvoersnelheid (LED
B
), plaatdikte (LED
C
) in
MIG-lasprocessen.
nummer van het MIG-programma of TIG- of MMA-
lasprocessen. Kies in de onderhoudsfuncties de vol-
gende afkortingen:
Voor MIG: SP, HSA, CrA PrF, PoF, Acc, bb, L, Fac.
Voor MMA: AF, tHS.
Voor TIG: SLd
Knop L.
Regelt bij MIG-lassen de lasspanning door de
booglengte te wijzigen. Activeert en/of past het
display
M
aan in het menu “service functions” (onderhoudsfunc-
ties), op basis van de afkorting van de functie die is
ingesteld met de knop
I
. Geeft in alle lasprocessen
numeriek de keuzes weer die zijn gemaakt met de toets
V
en ingesteld met de knop
I
.
Geeft de lasstroom (LED
A
) weer in Ampères.
Geeft de draadaanvoersnelheid (LED
B
) weer in meter
per minuut.
Geeft de plaatdikte (LED
C
) weer in millimeter.
Geeft het ingestelde programmanummer (LED
D
) weer.
Tijdens de servicefuncties kunt u de gekozen berichten
weergeven met behulp van de knop
I
.
Voor de parameters in de onderhoudsfuncties die wor-
den weergegeven op het display
M
, zie de paragraaf
over onderhoudsfuncties.
Display N.
Geeft in alle lasprocessen de lasspanning weer; geeft in
de MMA- en TIG-modus de open-kringspanning en tij-
dens het lassen de lastspanning weer. Geeft bij MIG-las-
sen de vooraf ingestelde spanning weer in verhouding
tot de draadaanvoersnelheid; en de correctie van de
booglengte die is ingesteld met de knop
L
(waarde tus-
sen –9,9 en 9,9; nul is de aanbevolen waarde). Voor de
parameters in de MMA-, TIG- en MIG-onderhoudsfunc-
ties die worden weergegeven op het display
N
, zie de
paragraaf over onderhoudsfuncties.
E – Centraalaansluiting.
Hierop wordt de lastoorts aangesloten.
F – Connector "Start".
Hierop wordt de bedieningskabel van de MIG-lastoorts
aangesloten.
D
M
N
L
G
H
C
B
A
V
I
E
F
Fig. 1