28
Montage-instructies
Algemene aanbevelingen
■
De sensor mag niet nabij een warmtebron
worden gemonteerd.
■
De sensor mag niet nabij een
luchtuitstroomrooster worden
gemonteerd.
■
De sensor mag niet in direct zonlicht
worden gemonteerd.
■
Installeer de sensor op een plaats met
voldoende ventilatie. De luchtcirculatie
naar de sensor moet onbelemmerd zijn.
Installatie aan verlaagd plafond
De multisensor kan rechtstreeks aan
een verlaagd plafond worden gemonteerd
(Ø 32 mm).
Installeren van de infrarood-
multisensor
Communicatiebedrading subnetwerk
■
De infrarood-multisensor kan naar
believen worden gecombineerd in een
doorlusconfiguratie (hiervoor is een
subnetadapter vereist om een
doorlusverbinding (daisy chaine) te
maken).
■
De kabellengte tussen elk apparaat
van het subnetwerk (WTC-regelaar /
verlichting / uitbreidingsmodules voor
jaloezieën / RJ-45-accessoires) mag
niet langer zijn dan 30 m.
■
De totale max. lengte van de
subnetwerkbus is 180 m.
Denk eraan dat de afsluitweerstand (End
Of Line terminator) vóór de installatie
moet zijn ingesteld.
1. Boor een gat in het verlaagd plafond
(Ø 32 mm).
2. Plaats de infrarood-multisensor in het gat.
4. De sensor is nu bevestigd aan het
verlaagd plafond.
3. Schroef de achterveer op de infrarood-
multisensor.
Nederlands