draad/stekker naar de basis unit.
• Resetschakelaar: Kan gebruikt worden als noodschakelaar door hem tussen de zekering en basis unit te
plaatsen (let op dat men dikkere draden gebruikt (AWG18) want alle stroom gaat er doorheen (Max.
16Amp)).
• Shocksensor: Plaats deze op een bereikbare positie (i.v.m. afstellen) tegen een solide basis van de auto
zodat de trillingen goed overkomen. Voer de draad/stekker naar de basis unit.
• Microwave sensor: Plaats deze achter een kunststof paneel of achter de bekleding, op een bereikbare
positie (i.v.m. afstellen) en niet achter metaal. Voer de draad/stekker naar de basis unit.
• Ultrasone sensor: Plaats deze in het midden op het dashboard of op de hoedenplank. Kan ook aan het
plafond gemonteerd worden. Zo plaatsen dat de twee sensoren de gehele auto “zien”. Voer de draad/
stekker naar de basis unit.
AANSLUITEN BEDRADING EN STEKKERS
1. Bepaal als eerste de plaats van de basisunit (nog niet plaatsen).
2. Zoek een plaats voor het LED lampje en reset knop, plaats deze en voer de draden naar de basis unit (let
op voor bewegende delen bijv. bediening hendels/pedalen).
3. Zoek een plaats voor de schoksensor en de microwave of ultrasone sensor en voer de draden naar de basis
unit.
4. Zoek een goede massa (–) en sluit de zwarte draad (van 12-polige stekker) hier op aan.
5. Zoek een constante plus (+12V) minimaal 15A (dit is een plus die aan staat als alles uit is) en sluit de rode
draad (van 12-polige stekker) hier op aan.
6. Plaats de sirene en bevestig de massa. Voer het draad (+) naar de basis unit en sluit deze aan op de roze
(van 12-polige stekker).
7. Zoek de linker en rechter voedingsdraad van de knipperlichten (deze komen van het knipperlichtrelais).
8. Koppel deze draden aan de bruine draad 2x (van 12-polige stekker). 1x links en 1x rechts.
9. Zoek een ACC plus (+12V) als de contactsleutel in de stand ACC aan of met andere woorden het contact
aan staat en sluit hier de witte draad van de 6-polige stekker op aan.
10. Koppel de stekkers. Eerst de 12-polige, dan de 4/3-polige (schoksensor en de microwave of ultrasonic
sensor), dan de 6-polige en dan de 2-polige (LED lampje en reset knop).
CENTRALE DEURVERGRENDELING INSTALLEREN
1. De auto heeft een centraal vergrendelingssysteem. Bepaal of het een negatieve of positieve aansturing is.
2. De auto heeft een centraal vergrendelingssysteem, maar de bestuurdersdeur heeft geen motortje (de rest
wel). Als in deze deur een motor geïnstalleerd wordt, kan het system gewoon werken. Zie plaatje 4.
3. De auto heeft een pneumatisch centrale deurvergrendelingssysteem en heeft zowel een pneumatische als
een elektrische vergrendelingsoptie. Verbind de draad met de ‘ input’ van het pneumatische slot om het
systeem te activeren. Zie plaatje 5.
4. Als de auto geen centraal vergrendelingssysteem heeft, moet deze worden geïnstalleerd. Zie plaatje 2.
Summary of Contents for 0260060
Page 2: ......