FUNCTIES
1. Alarm aan: Staat het alarm aan en wordt het systeem geactiveerd door het openen van een deur of door
een sensor. Dan gaan de sirene, knipperlichten en start onderbreking in werking voor 60 seconden. Het
alarm staat hierna weer aan. Als het alarm geactiveerd is geweest, zal bij het uitzetten via de afstands-
bediening de sirene 5 keer piepen (i.p.v. 2 keer) dit ter waarschuwing dat er iets gebeurd is.
nb: er
kan een IndrInger In de auto zItten of er kan sCHade zIjn aan de auto.
Controleer de auto zorgVuldIg.
2. Alarm uit en geen actie = automatisch aan: Na dat het alarm is uitgezet en er wordt geen actie
waargenomen binnen 30 seconden wordt het alarm automatisch weer aan.
3. Sirene pauzeren: Als de sirene aangaat kan deze uitgezet worden, druk één keer op . Het alarm staat
nog steeds aan.
4. Microwave sensor: Deze sensor detecteert bewegingen in de auto door middel van een laag microwave
signaal (radar) en werkt als een soort “zeepbel” om de auto (deze is instelbaar) is zeer geschikt voor
cabrio’s, reageert niet op vliegen of blaadjes hij detecteert geen lucht verplaatsing (het bekende nadeel
van een ultrasone sensor) alleen op iets met volume. Heeft als voordeel t.o.v. de ultrasone sensor dat men
de ramen open kan laten of bij cabrio’s het dak open kan laten. Heeft als “geactiveerd” indicatie een rood
led lampje en een instelbare gevoeligheid Instellen/testen van de gevoeligheid: beweeg je hand/lichaam
langs de auto en op plaatsen dat hij niet af mag gaan >> stel de gevoeligheid hier op af.
5. Elektrisch bedienbare ramen: Druk één keer op de knop op de afstandsbediening. De sirene zal één
keer piepen en de knipperlichten zullen één keer knipperen. De elektrische ramen zullen gedurende 20
seconden één voor één dicht gaan.
6. Sirene of toeter optie: De basisunit staat standaard op de sirene, maar kan ook op de claxon gezet worden.
Hiervoor moet de basisunit geopend worden en de jumper JP2 omgezet worden.
nb: de roze draad
(Van 12-polIge stekker) leVert In de stand “sIrene” en In de stand
“Claxon” een massa.
7. Herinnering alarm aan: Nadat de sleutel uit het contact is gehaald, zal na 10 seconden de sirene 3 keer
piepen en de knipperlichten 3 keer knipperen om u te herinneren dat het alarm ingeschakeld wordt.
8. Automatische deur vergrendeling: Als de deuren dicht zijn, het contact staat aan (ACC aan) en men trapt
na 5 seconden op het rempedaal, dan gaan de deuren op slot. De deuren gaan van het slot af als men de
sleutel uit het contactslot haalt (ACC uit). Deze optie kunt u aanzetten door contactslot op ACC aan te zetten
en op de afstandbediening de knop 2 seconden in te drukken. De sirene piept 2x. Deze optie kunt u uit
zetten door weer 2 seconden op de knop drukken. De sirene piept één keer.
9. Automatisch activeren: Met deze optie gaat het alarm automatisch aan na 30 seconden als de deuren dicht
zijn en de sleutel uit het contact is (ACC uit). U kunt het Automatisch activeren ook uit zetten. Met contact-
slot in de stand ACC aan, druk 2 seconden op de knop, de sirene piept één keer. Automatisch activeren
is aan. Druk weer 2 seconden op de knop, de sirene piept één keer en de knipperlichten knipperen één
keer. Automatisch activeren is weer uit.
nb: IndIen automatIsCH aCtIVeren Is uItgesCHakeld moet na Het uItzetten
Van Het alarm VIa de afstandsbedIenIng de basIsunIt wel een sIgnaal krIj-
gen bInnen 30 seConden, deur open of aCC aan. krIjgt Het alarm geen sIg-
naal, dan word Het alarm weer geaCtIVeerd na 30 seConden. dIt staat los
Van automatIsCH aCtIVeren en kan nIet uItgezet worden. dIt Heeft als doel
Summary of Contents for 0260060
Page 2: ......