13
koelingseffect wordt gegarandeerd terwijl op het energieverbruik wordt
bespaard. Plaats de koelkast niet op de vochtige plaats om te voorkomen
dat de koelkast gaat roesten en stroom gaat lekken. Het resultaat van de
totale ruimte waarin de koelkast wordt geïnstalleerd, gedeeld door de
vulhoeveelheid koelvloeistof van de koelkast, mag niet minder bedragen
dan 8
g/M
3
.
Opmerking: De voor de koelkast benodigde hoeveelheid koelmiddelen is
te vinden op het typeplaatje.
2.
Ruimte voor warmteafvoer
Als de koelkast aan staat, geeft deze warmte af aan de omgeving.
Daarom moet minstens
30
mm vrije ruimte aan de bovenkant worden
vrijgelaten, meer dan 100
mm aan beide zijkanten en meer dan 50
mm
aan de achterkant van de koelkast. Afmetingen in mm:
D
H
A
B
C (°)
E
F
544
641
1700
890
1096
125
50
100
Afb. 1
Afb. 2
Opmerking: Afbeelding 1, afbeelding 2 geeft alleen de benodigde ruimte
van het product aan.
3.
Vlakke ondergrond
Plaats de koelkast op de stevige en vlakke grond (vloer) om hem stabiel te
houden, anders zal het leiden tot trillingen en lawaai. Wanneer de koelkast op
vloermaterialen zoals tapijt, stromat en polyvinylchloride wordt geplaatst,
moeten de massieve ankerplaten onder de koelkast worden aangebracht om
kleurverandering door warmteverlies te voorkomen.
14
III.
Functies
Wanneer het koelkastsysteem voor het eerst op de stroom wordt
aangesloten, lichten alle pictogrammen op het displaypaneel 2
seconden
lang op en staat het systeem standaard op -18
°C.
1.
Functies
1.1
Temperatuurinstelling
De temperatuur kan worden aangepast door op de ‘SET’-toets te drukken.
Elke keer als de ‘SET’-toets wordt ingedrukt, gaat het indicatielampje van
de huidige modus uit en licht het indicatielampje van de volgende modus
op. Die modus wordt ingesteld als er niet binnen 5
seconden op een toets
wordt gedrukt (in dat geval is de modusinstelling niet geldig). Nadat de
instelling in werking is getreden, wordt de temperatuur onmiddellijk
gereguleerd volgens de ingestelde modus.
Het wisselen van de temperatuurmodus verloopt als volgt: “-16
°C
→
-18
°C
→
-20
°C
→
-22
°C
→
-24
°C
→
(snelvriezen)
→
-16
°C”
1.2
Snelvriezen
Wanneer de snelvriesfunctie wordt ingeschakeld, kan de temperatuur van
het compartiment snel worden verlaagd, wat bevorderlijk is voor het
verloren gaan van de voedingswaarden en het behoud van de versheid.
13