![Briteq BT-BEAM70 Operation Manual Download Page 39](http://html1.mh-extra.com/html/briteq/bt-beam70/bt-beam70_operation-manual_2814375039.webp)
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
BRITEQ
®
37/55
BT-BEAM70
een startadres nodig heeft, zodat het zoals elk andere DMX-apparaat in de DMX-keten bestuurd kan
worden: zie "DMX-adres" in het hoofdstuk "Hoofdmenu" om te zien hoe u de DMX-startadres kunt
instellen.
Zorg ervoor dat alle apparaten op het lichtnet zijn aangesloten.
Stel de DMX-controller in overeenkomstig het DMX-schema hieronder.
Klaar!
Opmerking:
om goed op het ritme
van de muziek te werken, zorg ervoor dat de optie “Geluidmodus” op
de master op “On” is ingesteld (zie vorig hoofdstuk)
DMX-grafiek voor 5MSL werkmodus
1 - DIMMER
2 - STROBE
3 - KLEUR
4 - GOBO
5 - PAN/TILT SPEED
WAARDE FUNCTIE WAARDE
FUNCTIE
WAARDE
FUNCTIE
WAARDE
FUNCTIE
WAARDE
FUNCTIE
10
255
100%
255
SNELLE STROBE
248-255
ORIG. KLEUR
248-255
ORIG. GOBOS
248-255
AUDIO TRIGGER
9
218-247
KLEUR 8
218-247 GOBO 8 (draaien)
247
SNEL
8
188-217
KLEUR 7
188-217
GOBO 7
7
158-187
KLEUR 6
158-187
GOBO 6
6
128-157
KLEUR 5
128-157
GOBO 5
5
098-127
KLEUR 4
098-127
GOBO 4
4
068
TRAGE STROBE
068-097
KLEUR 3
068-097
GOBO 3
3
038-067
SOUND STROBE
038-067
KLEUR 2
038-067
GOBO 2
2
008
0%
008-037
RANDOM STROBE
008-037
KLEUR 1
008-037
GOBO 1
008
ZEER TRAAG
1
000-007 STANDBY 000-007
OPEN
000-007
WIT
000-007
GEEN GOBO
000-007
STOP
Elektrische installatie in de DMX-modus:
De DMX-protocol is een veel gebruikte hoge snelheidsignaal om intelligent lichtapparatuur te bedienen.
U moet uw DMX-controller in "daisychain" koppelen en alle aangesloten apparaten met een goede
kwaliteit gebalanceerde kabel linken.
Zowel XLR-3-pins en XLR-5-pins connectors worden gebruikt, maar de XLR-3-pins is populairder omdat
deze kabels compatibel met gebalanceerde audiokabels zijn.
Pinbezetting XLR-3-pins: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+)
Pinbezetting XLR-5-pins: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+) ~
Pinnen 4+5 niet gebruikt.
Om vreemd gedrag van de lichteffecten als gevolg van storingen te voorkomen,
moet u een 90 Ω tot 120 Ω terminator aan het eind van de keten gebruiken.
Gebruik nooit Y-splitter-kabels, dit zal gewoon niet werken!
Zorg ervoor dat alle apparaten op het lichtnet zijn aangesloten.
Elk lichteffect in de keten heeft een goed startadres nodig, zodat het weet welke commando's van de
controller het moet decoderen. In de volgende paragraaf leert u hoe de DMX-adressen in te stellen.
HOE HET JUISTE STARTADRES IN TE STELLEN:
Raadpleeg het vorige hoofdstuk (DMX-512-adresinstelling) om te leren hoe het startadres op dit apparaat in
te stellen. Het startadres van elk apparaat is erg belangrijk. Helaas is het onmogelijk om u in deze
handleiding te vertellen welke startadressen u moet instellen, omdat dit volledig afhangt van de controller die
u zult gebruiken. Dus raadpleeg de gebruikershandleiding van uw DMX-controller om te achterhalen welke
startadressen u moet instellen.