Britax MULTI-TECH II, User Instructions

Page: 109 / 131

4. Inbouw van het kinderzitje (rugwaarts gericht) op een stoel
vooraan
9-25kg
BELANGRIJK – Het kinderzitje MOET altijd met een heupgordel en een diagonale
gordel worden gebruikt (goedgekeurd conform de UN-/ECE-richtlijn nr. 16 of
overeenstemmende normen).
BELANGRIJK – Gebruik geen andere draagpunten dan deze beschreven in de
gebruiksaanwijzing en gespecificeerd in de beveiligingsinstallatie voor kinderen.
Monteer IN GEEN GEVAL een kinderzitje in rugwaartse richting op een met een
airbag uitgeruste autostoel.
Schuif de voorste stoel naar achter, om plaats te maken voor het kinderzitje, maar
slechts zo ver, dat de er achter zittende passagier nog comfortabel kan zitten.
Plaats het kinderzitje met de steunpoot in de kortste stand in rugwaartse richting zodanig
op de autostoel, dat de schommelvoet tegen de rugzijde van autostoel ligt
(Afb. 4a) .
4f
Leg de veiligheidsgordel rond de
passagiersstoel zoals afgebeeld op
(Afb. 4f) .
Als uw auto een oog aan de glijrail
van de stoel bezit, kan deze alternatief
worden benut
(Inlassing in Afb. 4g) .
BELANGRIJK – Monteer de
veiligheidsgordels niet met
bagageriemen.
Wind de lusuiteinden van de veiligheidsgordels rond de voorste stoel en terug
zoals afgebeeld
1 (Afb. 4h)
. Leid de uiteinden van de veiligheidsgordels naar
de buitenzijde van de autostoel en geleid ze door de lussen 2 .
Geleid de aanspanuiteinden onder het zitje. Als de steunpootbeugels naar
voor wijzen en de gordels niet verdraaid zijn, klikt u het gordelslot van de
veiligheidsgordel vast in de tongen aan de zijden van het kinderzitje
3
. Span
de veiligheidsgordels aan, door de losse uiteinden gelijkmatig naar beneden te
trekken
4
.
Trek de steunpoot zo ver mogelijk weg van de rugzijde van het kinderzitje
1 (Afb. 4i) . Laat de steunpoot tot op de bodem zakken en houd daarbij de
correcte hoek aan 2 . Verschuif de steunpoot en let er op, dat de steunpoot
geborgd is.
Let tenslotte er op, dat de veiligheidsgordels volledig zijn aangespannen, door
de losse uiteinden naar beneden te trekken
(Afb. 4j) . De steunpoot moet op
vaste bodem steunen en niet op de deksels van opbergvakjes of dergelijke en
wel met een hoek van 100° ten opzichte van de horizontale stand
(Afb. 4j) .
Gebruik de gradenboog op de laatste pagina van deze gebruiksaanwijzing om
de hoek van de steunpoot ten opzichte van de bodem te controleren
.
Controleer of het kinderzitje vast gemonteerd is, door het naar voor en naar
achter en heen en weer te bewegen. Staat het los of bevindt de steunpoot zich
niet in een hoek van 100° ten opzichte van de vloer, dan moet u het opnieuw
monteren, zodat het in de correcte hoek vastzit.
Plaats uw kind in het zitje zoals weergegeven op
Afb. 5f
.
4g
2
1
4
3
4h
1
2
4i
100° 80°
4j