41
NL
2 / INSTALLATIE VAN DE VAATWASSER
• ELEKTRISCHE AANSLUITING
Het apparaat moet uit staan als u het op het
stroomnet aansluit.
Alvorens het apparaat aan te sluiten, moet u de
volgende punten controleren :
- De spanning van het stroomnet vermeld op
het typeplaatje van het apparaat komt overeen
met de spanning van het stroomnet bij u thuis.
- Uw elektrische kast en de zekering zijn
geschikt voor de sterkte van de vaatwasser.
Een zekering van minimaal 10 Ampère is
nodig.
Als u het apparaat moet aansluiten op een voe-
dingsspanning die niet overeenkomt met die
vermeld op het apparaat, moet u een adequate
trafo er tussen zetten.
Tip :
Neem een vakkundige elektricien in de
hand om de eventuele wijzigingen aan te
brengen of controleer of uw elektrische ins-
tallatie aan de normen voldoet.
Dit apparaat moet absoluut worden aangeslo-
ten op een contactdoos met aardeklem. In
ieder geval moet de aansluiting voldoen aan
de van kracht zijnde normen in het betref-
fende land en aan de aanvullende voorschrif-
ten van de Elektriciteitsmaatschappij.
Let op :
De contactdoos moet toegankelijk zijn
en blijven zelfs na de installatie van het appa-
raat.
Het apparaat mag niet worden aangesloten
via een verlengsnoer, een meervoudige
contactdoos of een elektrische programma-
kiezer met uitgestelde start.
.
Onze aansprakelijkheid kan niet worden
ingeroepen bij ongevallen of incidenten
veroorzaakt doordat het apparaat niet op de
aarde is aangesloten of als de aardaanslui-
ting defect blijkt te zijn.
De vaatwasser voldoet aan de Europese richt-
lijnen 73/23/CEE (Richtlijn lage spanning),
89/336/CEE (elektromagnetische compatibili-
teit) gewijzigd door de richtlijn 93/68/CEE.
•
Vervangen van het netsnoer
Gevaar :
Veiligheidshalve en om ieder risico uit
te sluiten moet deze handeling door de servi-
cedienst van de fabrikant of een vakman met
identieke kwalificaties worden verricht.
•
Apparaat geleverd zonder contact-
doos.
Gevaar :
De draden van de voedingskabel van
uw apparaat zijn gekleurd volgens de hierna
volgende code :
- Groen en geel
Aarde
- Blauw
Neutraal
- Bruin
Fase
Indien de kleuren van de draden niet overeen-
komen met uw contactdoos, moet u als volgt
te werk gaan : de groen/gele draad moet wor-
den aangesloten op de aansluiting van uw
contactdoos waarop de letter E staat ver-
meld of het symbool
of de een
groen/gele kleur.
De blauwe draad moet worden aangesloten
op de aansluiting met de letter N of van
zwarte kleur.
De bruine draad moet worden aangesloten
op de aansluiting met de letter L of van rode
kleur.
C
B
.
B