Nederlands |
49
Bosch Power Tools
1 618 C00 51C | (15.2.12)
f
Neem de batterijen uit het meetgereedschap als u het
langdurig niet gebruikt.
Als de batterijen lang worden be-
waard, kunnen deze gaan roesten en leegraken.
Gebruik met accu (zie afbeelding C)
f
Gebruik alleen originele Bosch-lithiumionaccu’s met
de op het typeplaatje van het meetgereedschap aange-
geven spanning.
Het gebruik van andere accu’s kan tot li-
chamelijk letsel en brandgevaar leiden.
Opmerking:
Het gebruik van niet voor uw meetgereedschap
geschikte accu’s kan tot storingen of tot beschadiging van het
meetgereedschap leiden.
Opmerking:
De accu wordt deels opgeladen geleverd. Om de
volledige capaciteit van de accu te verkrijgen, laadt u voor het
eerste gebruik de accu volledig in het oplaadapparaat op.
f
Gebruik alleen de oplaadapparaten die op de toebeho-
renpagina vermeld staan.
Alleen deze oplaadapparaten
zijn afgestemd op de bij het meetgereedschap gebruikte
lithiumionaccu.
De lithiumionaccu kan op elk moment worden opgeladen zon-
der de levensduur te verkorten. Een onderbreking van het op-
laden schaadt de accu niet.
De accu is voorzien van een thermische beveiliging die ervoor
zorgt dat de accu alleen in het temperatuurbereik tussen 0 °C
en 45 °C kan worden opgeladen. Daardoor wordt een lange
levensduur van de accu bereikt.
Voor het inzetten en verwijderen van de accu
23
moet de
hoogteverstelling van het meetgereedschap in de laagste
stand worden gebracht. Draai daarvoor de knop
9
van de
hoogteverstelling tot aan de aanslag tegen de richting van de
wijzers van de klok.
Als u de accu
23
wilt inzetten, drukt u op de vergrendeling
6
en klapt u het batterijvakdeksel
7
open. Duw de opgeladen ac-
cu tot deze niet meer verder kan in het batterijvak en sluit het
batterijvakdeksel.
Als u de accu
23
wilt verwijderen, drukt u op de vergrendeling
6
en klapt u het batterijvakdeksel
7
open. Trek de accu uit het
batterijvak.
Oplaadindicatie
De drie groene leds van de accuoplaadindicatie
5
geven de
oplaadtoestand van de batterijen of de accu
23
aan.
Energievoorziening afstandsbediening
(GSL 2 Set)
Voor het gebruik van de afstandsbediening worden alkaliman-
gaanbatterijen geadviseerd.
Als u het batterijvakdeksel
20
wilt openen, drukt u op de ver-
grendeling
21
en verwijdert u het batterijvakdeksel. Plaats de
batterijen. Let daarbij op de juiste poolaansluitingen volgens
de afbeelding op de binnenzijde van het batterijvakdeksel.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik alleen bat-
terijen van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
f
Neem de batterijen uit de afstandsbediening als u deze
langdurig niet gebruikt.
Als de batterijen lang worden be-
waard, kunnen deze gaan roesten en leegraken.
Gebruik
Ingebruikneming oppervlaktelaser
f
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
zonlicht.
f
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
peraturen of temperatuurschommelingen.
Laat het bij-
voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-
reedschap bij grote temperatuurschommelingen eerst op
de juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschom-
melingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap nadelig worden beïnvloed.
f
Voorkom heftige schokken of vallen van het meetge-
reedschap.
Na sterke externe inwerkingen dient u de wa-
terpasnauwkeurigheid van het meetgereedschap door een
erkende Bosch-klantenservice te laten controleren.
f
Schakel het meetgereedschap uit wanneer u het ver-
plaatst of vervoert.
Bij het uitschakelen wordt de pende-
leenheid vergrendeld. Anders kan deze bij heftige bewe-
gingen beschadigd raken.
Meetgereedschap opstellen
Plaats het meetgereedschap op de te controleren vloer op
een stevige ondergrond.
De waterpasnauwkeurigheid kan door de omgevingstempera-
tuur beïnvloed worden. Vooral vanaf de grond naar boven toe
verlopende temperatuurverschillen kunnen de laserstraal
afbuigen. Aangezien er vooral vlakbij de vloer verschillende
temperatuurlagen zijn, dient u het meetgereedschap altijd in
het midden van de te controleren vloer op te stellen.
In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt
inschakelen
, duwt u de
aan/uit-schakelaar
8
in de stand
„On”
. Het meetgereedschap
zendt onmiddellijk na het inschakelen laserstralen uit de uit-
gangsopeningen
1
.
f
Richt de laserstraal niet op personen of dieren (in het
bijzonder niet op hun ooghoogte) en kijk zelf niet in de
laserstraal (ook niet van een grote afstand).
Als u het meetgereedschap wilt
uitschakelen
, duwt u de
aan/uit-schakelaar
8
in de stand
„Off”
. Als u het meetgereed-
schap uitschakelt, wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Als het meetgereedschap ca. 30 minuten lang niet wordt
bewogen of niet met de afstandsbediening wordt bediend,
wordt het automatisch uitgeschakeld om de batterijen of de
accu te ontzien.
Schakel het meetgereedschap na de automatische uitschake-
ling met de aan/uit-schakelaar
8
uit en indien nodig weer in.
GSL 2 Set: U kunt het meetgereedschap na de automatische
uitschakeling door indrukken van een willekeurige toets op de
afstandsbediening weer inschakelen.
LED
Capaciteit
Permanent licht 3 x groen
≥
2/3
Permanent licht 2 x groen
≥
1/3
Permanent licht 1 x groen
<1/3
Knipperlicht 1 x groen
Reserve
OBJ_BUCH-1545-002.book Page 49 Wednesday, February 15, 2012 9:33 AM