Nederlands |
57
Punt- en lijnlaser
GCL 2-50
Beschermklasse
IP 54 (stof- en spatwaterbe-
scherming)
A) Het werkbereik kan door ongunstige omgevingsomstandighe-
den (bijv. direct zonlicht) verminderd worden.
B) bij
20–25
°C
C) De opgegeven waarden gelden bij normale tot gunstige omge-
vingsomstandigheden (bijv. geen trillingen, geen mist, geen
rook, geen direct zonlicht). Na sterke temperatuurschommelin-
gen kan de nauwkeurigheid afwijken.
D) Er ontstaat slechts een niet geleidende vervuiling, waarbij ech-
ter soms een tijdelijke geleidbaarheid wort verwacht door be-
dauwing.
Het productnummer
(13)
op het typeplaatje dient voor een ondubbel-
zinnige identificatie van uw meetgereedschap.
Montage
Batterijen plaatsen/verwisselen
Voor het gebruik van het meetgereedschap wordt het ge-
bruik van alkali-mangaanbatterijen aanbevolen.
Voor het openen van het batterijvakdeksel
(7)
drukt u op de
vergrendeling
(8)
en klapt u het batterijvakdeksel open.
Plaats de batterijen.
Let er hierbij op dat de polen juist worden geplaatst volgens
de afbeelding op de binnenkant van het batterijvak.
Als de batterijen zwak worden, dan knippert de
batterijwaarschuwing
(2)
groen. Bovendien knipperen de la-
serlijnen om de 10 minuten gedurende ca. 5 seconden. Het
meetgereedschap kan na de eerste keer knipperen nog ca.
1 uur lang worden gebruikt. Als de batterijen leeg raken, dan
knipperen de laserlijnen nog één keer direct vóór het auto-
matisch uitschakelen.
Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik alleen batterij-
en van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
u
Haal de batterijen uit het meetgereedschap, wanneer
u dit langere tijd niet gebruikt.
De batterijen kunnen bij
een langere periode van opslag in het meetgereedschap
corroderen en zichzelf ontladen.
Werken met de draaihouder RM 1
(zie afbeeldingen A1–A3)
Met behulp van de draaihouder
(15)
kunt u het meetgereed-
schap 360° rond een centraal, altijd zichtbaar loodpunt
draaien. Daardoor kunnen de laserlijnen worden ingesteld
zonder de positie van het meetgereedschap te veranderen.
Plaats het meetgereedschap met de geleidingsgroef
(9)
te-
gen de geleidingsrail
(16)
van de draaihouder
(15)
en schuif
het meetgereedschap tot aan de aanslag op het platform.
Om los te maken, trekt u het meetgereedschap in omgekeer-
de richting van de draaihouder.
Plaatsingsmogelijkheden van de draaihouder:
– staand op een vlakke ondergrond
– tegen een verticaal vlak geschroefd
– in combinatie met de plafondklem
(19)
aan metalen pla-
fondlijsten
– met behulp van de magneten
(18)
op metalen oppervlak-
ken
Gebruik
Ingebruikname
u
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
zonlicht.
u
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
peraturen of temperatuurschommelingen.
Laat het
bijv. niet gedurende langere tijd in de auto liggen. Laat het
meetgereedschap bij grotere temperatuurschommelin-
gen eerst op temperatuur komen en voer vóór het verder
werken altijd een nauwkeurigheidscontrole uit (zie
„Mauwkeurigheidscontrole van het meetgereedschap“,
Pagina 59).
Bij extreme temperaturen of temperatuurschommelingen
kan de nauwkeurigheid van het meetgereedschap nadelig
beïnvloed worden.
u
Vermijd krachtige stoten of vallen van het meetge-
reedschap.
Na sterke invloeden van buitenaf op het
meetgereedschap, moet u altijd vóór het opnieuw gebrui-
ken hiervan een nauwkeurigheidscontrole uitvoeren (zie
„Mauwkeurigheidscontrole van het meetgereedschap“,
Pagina 59).
u
Het meetgereedschap tijdens transport uitschakelen.
Bij het uitschakelen wordt de pendeleenheid vergren-
deld. Anders kan deze bij heftige bewegingen beschadigd
raken.
In-/uitschakelen
Voor het
inschakelen
van het meetgereedschap schuift u de
aan/uit-schakelaar
(10)
in de stand
On
(voor werken met
pendelvergrendeling) of in de stand
On
(voor werken
met automatische nivellering). Het meetgereedschap zendt
direct na het inschakelen laserstralen uit de openingen
(1)
.
u
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
Voor het
uitschakelen
van het meetgereedschap schuift u
de aan-/uit-schakelaar
(10)
in stand
Off
. Bij het uitschakelen
wordt de pendeleenheid vergrendeld.
u
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-
heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-
bruik uit.
Andere personen kunnen door de laserstraal
verblind worden.
Bij het overschrijden van de maximaal toegestane gebruiks-
temperatuur van
50
°C volgt een uitschakeling ter bescher-
ming van de laserdiode. Na het afkoelen is het meetgereed-
schap weer gereed voor gebruik en kan het opnieuw worden
ingeschakeld.
Automatische uitschakeling
Als ca.
120
minuten lang geen toets op het meetgereed-
schap wordt ingedrukt, schakelt het meetgereedschap auto-
matisch uit om de batterijen te sparen.
Bosch Power Tools
1 609 92A 4HH | (16.11.2020)