Nederlands –2
1 609 929 J60 • (05.12) PS
4) Zorgvuldige omgang met en zorgvuldig ge?
bruik van elektrische gereedschappen
a)
Overbelast het gereedschap niet. Gebruik
voor uw werkzaamheden het daarvoor
bestemde elektrische gereedschap.
Met het
passende elektrische gereedschap werkt u be6
ter en veiliger binnen het aangegeven capaci6
teitsbereik.
b)
Gebruik
geen
elektrisch
gereedschap
waarvan de schakelaar defect is.
Elektrisch
gereedschap dat niet meer kan worden in6 of uit6
geschakeld, is gevaarlijk en moet worden gere6
pareerd.
c)
Trek de stekker uit het stopcontact voordat
u het gereedschap instelt, toebehoren
wisselt of het gereedschap weglegt.
Deze
voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld star6
ten van het gereedschap.
d)
Bewaar
niet?gebruikte
elektrische
gereedschappen
buiten
bereik
van
kinderen. Laat het gereedschap niet
gebruiken door personen die er niet mee
vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet
hebben gelezen.
Elektrische gereedschappen
zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren per6
sonen worden gebruikt.
e)
Verzorg
het
gereedschap
zorgvuldig.
Controleer of bewegende delen van het
gereedschap correct functioneren en niet
vastklemmen en of onderdelen zodanig
gebroken of beschadigd zijn dat de werking
van
het
gereedschap
nadelig
wordt
benvloed.
Laat
deze
beschadigde
onderdelen voor het gebruik repareren.
Veel
ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onder6
houden elektrische gereedschappen.
f)
Houd
snijdende
inzetgereedschappen
scherp en schoon.
Zorgvuldig onderhouden
snijdende inzetgereedschappen met scherpe
snijkanten klemmen minder snel vast en zijn ge6
makkelijker te geleiden.
g)
Gebruik
elektrisch
gereedschap,
toebehoren,
inzetgereedschappen
en
dergelijke volgens deze aanwijzingen en
zoals voor dit speciale gereedschapstype
voorgeschreven.
Let
daarbij
op
de
arbeidsomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden.
Het gebruik van elektrische
gereedschappen voor andere dan de voorziene
toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
5) Service
a)
Laat het gereedschap alleen repareren
door
gekwalificeerd
en
vakkundig
personeel
en
alleen
met
originele
vervangingsonderdelen.
Daarmee wordt ge6
waarborgd dat de veiligheid van het gereed6
schap in stand blijft.
2
GEREEDSCHAPSPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR VERSTEKZAGEN
Zet het werkstuk vast.
Een met spanvoorzieningen
of een bankschroef vastgehouden werkstuk wordt be6
ter vastgehouden dan u met uw hand kunt doen.
Bewerk geen asbesthoudend materiaal.
Asbest
geldt als kankerverwekkend.
Tref veiligheidsmaatregelen wanneer er bij werk?
zaamheden stoffen kunnen ontstaan die schade?
lijk voor de gezondheid, brandbaar of explosief
zijn.
Bijvoorbeeld: sommige soorten stof gelden als
kankerverwekkend. Draag een stofmasker en gebruik
een afzuiging voor stof en spanen, als deze kan wor6
den aangesloten.
Houd uw werkplek schoon.
Materiaalmengsels zijn
bijzonder gevaarlijk. Stof van lichte metalen kan ont6
vlammen of exploderen.
Verlaat het elektrische gereedschap nooit voor?
dat het volledig tot stilstand is gekomen.
Uitlopen6
de inzetgereedschappen kunnen verwondingen ver6
oorzaken.
Gebruik het elektrische gereedschap niet met
een beschadigde kabel. Raak de beschadigde
kabel niet aan en trek de stekker uit het stopcon?
tact als de kabel tijdens de werkzaamheden
wordt beschadigd.
Beschadigde kabels vergroten
het risico van een elektrische schok.
Sluit elektrische gereedschappen die buitens?
huis worden gebruikt aan via een aardlekschake?
laar.
PCM10_WEU.book Seite 2 Donnerstag, 1. Dezember 2005 9:16 09